Engels
/ English
Insecten
Frankrijk
De Ardèche, juli 2010
|
In 2010 zijn we op vakantie naar Frankrijk geweest. We zaten op de camping bij
Joyeuse.
De foto's van de insecten, die ik
heb gemaakt, heb ik op deze pagina gezet.
Naast de camping loopt een riviertje, waar veel insecten te vinden waren.
Ik heb er ook een aantal gefotografeerd bij het bos en de wijngaarden.
Insecten, die ik ook thuis veel zie, staan er niet bij.
Wantsen
Grauwe schildwants, Grauwe veldwants (Rhaphigaster nebulosa). nimf Familie: Schildwantsen
(Pentatomidae).
Ik zag deze nimf bij de caravan lopen. Helaas heb ik geen volwassen
dier gezien. In Nederland wordt hij in het zuidelijk deel gevonden. Door
de witte ringen op de antennes is hij goed te herkennen.
Diverse loofbomen. Palearctisch, Europa, noordoosten van de Verenigde Staten.
|
Blauwe schildwants (Zicrona caerulea). Familie: Schildwantsen
(Pentatomidae).
Een nimf. De volwassen wants is helemaal donker met dezelfde metallic
glans, die je ook bij de nimf ziet.
Het is een roofzuchtige soort, maar zuigt ook sappen op. Lengte 5 - 7 mm. De volwassen wants overwintert. Vanaf juli verschijnen de nieuwe
volwassene.
Van Afrika tot en met Noord-Europa. Hij komt ook in Nederland
voor. |
..
.
.
Carpocoris spec. Familie: Schildwantsen (Pentatomidae).
Er zijn een paar soorten, die heel veel op elkaar lijken en allemaal in
de Ardeche voorkomen. Namelijk Carpocoris purpureipennis, Carpocoris
mediterraneus, Carpocoris
fuscispinus en Carpocoris pudicus. Ik heb bij de foto's geschreven welke
het misschien zijn. Maar het is niet zeker. Foto 1 en 2 misschien Carpocoris fuscispinus,
foto 3 misschien Carpocoris pudicus |
Staria lunata. Familie: Schildwantsen (Pentatomidae).
Lengte 7 - 8 mm. Vooral in het Middellandse-Zeegebied. |
Sierlijke schildwants (Eurydema ornata). Familie Schildwantsen (Pentatomidae).
Net als de familieleden kan de kleur variëren van geel tot rood. Er
op lijkende soorten zijn E. oleracea en E. dominulus.
Hij overwintert als volwassen wants en is vaak te vinden op kruisbloemigen
als tuinkers en kool. Vooral in Zuid-Europa, maar er zijn ook waarnemingen in Nederland en
Engeland. Lengte 7 - 9 mm. |
Odontotarsus. Familie
Scutelleridae.
Er zijn verschillende soorten. Odontotarsus purpureolineatus, Odontotarsus robustus
zijn mogelijk. |
Compositennysius (Nysius cf graminicola). Onderfamilie
Zaadbodemwantsen (Orsillinae). Familie Bodemwantsen (Lygaeoidae). cf
betekent: zeer waarschijnlijk. Hij lijkt heel veel op de Nysius
senecionis. |
...
Prachtridderwants (Lygaeus equestris) of Valse
prachtridderwants (Lygaeus simulans). Onderfamilie Ridderwantsen (Lygaeinae). Familie
Bodemwantsen (Lygaeoidae)
Kenmerken: Zwarte benen en schildje. Een witte ronde vlek en een witte
rand op het vleugelmembraan.
L. equestris schijnt vooral op Witte Engbloem en Seseli hippomarathrum
en paardebloem voor te komen.
De volwassen wants overwintert. Van Noord-Afrika tot Noord-Europa. Lengte 10 - 12 mm |
..
Pandoerridderwants (Spilostethus pandurus)
- (vroeger ook wel Lygaeus genoemd). Onderfamilie Lygaeinae,
Ridderwantsen.
Kenmerken: Een witte vlek op het licht bruine vleugelmembraan. Lengte
10 - 14 mm.
Een nimf van de Lygaeus pandurus |
Rotsvlekschildridderwants (Spilostethus saxatilis). Onderfamilie
Ridderwantsen (Lygaeinae). Familie Bodemwantsen (Lygaeoidae).
De meeste familieleden zijn donker gekleurd. Maar deze heeft rood met
zwarte waarschuwingskleuren. ook het membraan is zwart.
Kruidachtige planten als Schermbloemige en uit de composietenfamilie.
In de herfst zie je hem vaak zonnen op boomstammen en stenen. Saxatilis:
latijn voor tussen de rotsen. De volwassen wants overwintert. Lengte: 10 - 11 cm. Zuiden Centraal Europa, Zuid Europa, Klein Azie. |
Vuurwants (Pyrrhocoris apterus). Familie vuurwantsen (Pyrrhocoridae).
Pyrrho-coris = rood insect. a-pterus = zonder vleugels. Ze hebben
wel vleugels. Alleen zijn ze kortgevleugeld of brachypteer. Ze kunnen
daarom niet vliegen. Een enkele keer schijnen er langgevleugelde
vuurwantsen (macropteer) te zijn. Ze zijn opvallend rood met een zwarte kop. Verder is de zwarte driehoek
met daarnaast twee grote zwarte ronde vlekken opvallend.
Deze wants komt ook in Nederland voor. Vaak bij lindebomen. Ze eten dan
de afgevallen bladeren en zaden. Ze zitten ook op andere planten, maar veroorzaken weinig schade. Ze eten ook
wel dode insecten en soms zelfs levende.
Ze overwinteren in kolonies. Je ziet ze soms met heel veel tegelijk.
Vooral na een zachte winter. Ze komen voor in het Palaearctisch gebied. Waar ik woon, in Noord-Holland bij
Bergen zijn geen waarnemingen. Augustus - mei. Lengte 10 - 12 mm. |
Kaneelnotswants (Corizus hyoscyami). Familie
Knotswantsen, Glasvleugelwantsen (Rhopalidae).
Een verschil met de vuurwants is, dat de kaneelwants een rode vlek op zijn
zwarte kop heeft. Verder is hij ook hariger en heeft het vleugel membraan
heel veel aders.
Je kunt ze op veel planten vinden. Hij heeft een voorkeur voor o.a.
toorts. Hij komt ook in Nederland voor. Zanderige gebieden met veel
zon. Voor roofdieren smaakt hij niet lekker.
De volwassen wants overwintert. In mei verschijnen er nimfen, die in
september weer volwassen zijn. Je ziet ze dus het hele jaar. Lengte 9 - 11 mm. |
Grijze brilknotswants
(Stictopleurus cf punctatonervosus). Familie
Knotswantsen, Glasvleugelwantsen (Rhopalidae).
Deze
wants lijkt erg op
Stictopleurus
abutilon. Ze komen ook in het zuidelijk deel van Nederland voor. Ze
beginnen daar wat minder zeldzaam te worden.
Kenmerken Het scutellum is bij het uiteinde rond bij beide
soorten. Bij de in België voorkomende Stictopleurus crassicornis
is het spits.
Het halsschild van S punctatonervosus is wat meer gestippeld. Op het
halsschild is een tekening te zien, die lijkt op een leesbrilletje.
(twee halve cirkels) Bij S. abutilon zijn het hele cirkels. De tekening
is helaas niet altijd duidelijk. Lengte
6 - 8 mm. De volwassen wantsen overwinteren. |
..
Rhynocoris
spec. Familie
Reduviidae.
Een roofwants. Ik denk een Rhynocoris iracundus. Maar er zijn meer soorten
in Frankrijk.
Ook bijen moeten voor hem oppassen. Hij schijnt mensen pijnlijk te kunnen
steken als hij wordt opgepakt. Ik heb het niet geprobeerd. Lengte 14 - 18 mm. |
Coranus griseus. Familie
Reduviidae.
Deze roofwants leeft vooral op de grond. Ik kon niet dichtbij komen.
Hij vloog helaas snel weg. |
Rode halsbandwants (Deraeocoris
ruber). Familie
Blindwantsen (Miridae).
Vrij breed en variabel van kleur. Van rood tot zwart. De cuneus is altijd
rood. Het laatste antennelid is dunner.
Hij komt ook in Nederland voor.
Het is een rover. Juli - september. Lengte 6 - 8 mm |
..
Alsemschaduwwants
(Lygus gemellatus). Familie Blindwantsen (Miridae).
Ze zijn variabel wat betreft de kleur. Die is van geelgroen tot
roodbruin.
Ze komen ook in Nederland voor. Lengte ongeveer 5 mm. |
..
.
Kattenstaartsierwants (Adelphocoris vandalicus). Genus Adelphocoris. Familie Blindwantsen
(Miridae). |
Cicades
Buffelcicade (Stictocephala bisonia, Stictocephalus
bisonia). Familie Doorncicaden (Membracidae).
Inheems in Noord-Amerika. In het begin van de 20e eeuw is deze cicade
hoogstwaarschijnlijk via fruit in Europa verspreid. Hij komt nu voor in
Zuid- en Midden-Europa, Midden-Azië en Noord-Afrika.
Bisonia verwijst naar driehoekige vorm met de punten op de hoeken,
waardoor hij op een bizon lijkt. De vleugels zijn transparant.
Deze licht groene cicades voeden zich met sap van bladeren van bomen en
planten als wilg, iep, guldenroede, klaver. Maar ook van fruitbomen en
wijnstokken.
De eitjes overwinteren in de takken. Het vrouwtje boort met haar legboor een gaatje voor de eieren. De nimfen verschijnen in mei, juni. Ze kruipen naar beneden en voeden zich met grassen en onkruid.
Lengte: 6 - 8 mm |
..
.
Misschien Mannacicade (Cicada orni). Familie Cicadidae.
Ongeveer 25 mm. Eén van de bekende zangcicaden. In het
Middellandse-Zeegebied hoor je ze altijd. Je ziet ze echter veel minder.
Als ze tegen een boomstam zitten, zijn ze heel goed gecamoufleerd.
Als je dichterbij komt, stoppen ze met lawaai maken. Deze zat op een mooi
plekje.
De larve van een cicade leeft enkele jaren onder de grond en voedt zich
met sap van plantenwortels. De volwassen cicaden leven niet zo lang.
(enkele weken tot een paar maanden. |
Libellen, waterjuffer
Bronslibel (Oxygastra curtisii). Familie glanslibellen. (Cordulliidae).Deze libel komt in Nederland niet meer voor. Meestal in de buurt van
niet te snel stromende beken en rivieren met struiken en bomen langs de
oever.De kleur van de thorax en de buik is bronskleurig groen. Langs de lengte van
de rug geel, oranje, langwerpige vlekken. De ogen zijn helder groen. Lengte: 47 - 54 mm.
Mei - augustus. |
..
Kleine Tanglibel (Onychogomphus forcipatus). Familie
van de Rombouten (Libellulidae). Je ziet hem vooral bij snel stromende beken en rivieren en meren met
kiezel- en zandbodem. Ik zag ze heel veel op een pad tussen de
wijngaarden. Je moest soms oppassen, dat je er niet op stapte.
Herkenbaar aan het gele borststuk met golvende zwarte strepen. Groene ogen
met twee zwarte horizontale streepjes. Een zwart achterlijf met gele
vlekken.
In Nederland is hij heel zeldzaam. Europa, Noord-Afrika, het Nabije Oosten.
Lengte 50 -53 mm. Juni - september. |
Oranje Breedscheenjuffer (Platycnemis acutipennis).
Familie Breedscheenjuffers (Platycnemididae).
Deze soort komt in Frankrijk en Spanje voor. In Nederland en
Belgie is alleen de Blauwe breedscheenjuffer te vinden. Breedsheenjuffers hebben opvallende verbrede tibia's (schenen).
Vaak bij stromend water. De eitjes worden gelegd in waterplanten. |
Wespen
..
.
Megascolia maculata flavifrons. Familie:
Scoliidae.
De grootste wesp van Europa. Een indrukwekkend beest, dat niet gevaarlijk
is voor de mens. Het vrouwtje heeft een gele kop en kan 45 mm lang worden.
Op de tweede foto zie je hem samen met een hoornaarwesp. Toch ook niet zo
klein, maar hier viel hij niet op. Megascolia maculata lijkt
er op, maar die heeft bruinrode haren. Het mannetje is kleiner en heeft
langere antennes.
De vrouwtjes verlammen de grote larven van neushoornkevers (Oryctes
nasicornis), vliegend hert (Lucanus cervus) en julikever (Polyphylla fullo)
om er hun ei op te leggen. Wanneer de gastheer is gedood en opgegeten,
maakt de larve van de wesp een cocon in de buurt van de restanten van de
keverlarve. In de cocon overwintert hij. Hieronder staan nog enkele grote kevers. Maar
ik weet niet of die ook last hebben van deze wesp. |
Colpa sexmaculata Familie:
Scoliidae.
Niet
zo groot als de Megascolia maculata flavifrons. Je
ziet wel dat het familie is. Ongeveer 20 mm. |
Hoornaarwesp (Vespa). Geslacht Hoornaars (Vespa). Onderfamilie
Papierwespen (Vespinae). Familie Plooivleugelwespen (Vespidae).
Er zijn drie soorten in Eurazië. Namelijk Vespa germanica, Vespa media en
Vespa crabro. Vespa crabro is het grootste ongeveer 30 mm. Dat is veel
groter dan een gewone wesp. Ze steken niet zo snel. Maar hun steek is wel
pijnlijker. Het is ook een sociale wesp met een nest. Meestal met niet meer dan 1000
wespen. Ze komen minder op zoetigheid af en zijn daarom minder
lastig. Ze vangen veel andere insecten.
De Vespa crabro komt in Nederland voor. Vooral in het zuiden en oosten op
zandgronden. Hij is echter ook in het westen vinden. |
..
Batozonellus lacerticida. Familie spinnendoders (Pompilidae).
Deze prachtige wesp jaagt op grote wielwebspinnen spinnen (Araneidae)
bijvoorbeeld de wespspin (Argiope bruennichii), Argiope lobata, Araneus
angulatus en Araneus ventricosus. Ze graven een hol, waar de verlamde spin
naar toe wordt gesleept. Er wordt één ei op gelegd.
De oranje vleugels met het donkere eind zorgt er voor, dat je je niet zo
snel vergist in de soort. |
Wolbij
..
.
Wolbij (Anthidium). Familie Megachilidae.
Er zijn veel op elkaar lijkende soorten. In Nederland komen ook enkele
soorten voor. Deze wolbij lijkt op een Anthidium florentinum. Maar het kan
ook een ander soort zijn. Ze hebben een witte buikschuier om stuifmeel te
verzamelen. Het zijn grote, solitaire, gedrongen bijen. Het vrouwtje bouwt haar
nest met plantenharen in holle ruimtes. Vandaar de naam wolbij.
De mannetjes verdedigen hun territorium tegen soortgenoten en andere
bijen. Hiervoor gebruiken ze de scherpe doorns op hun achterlijf. |
Vliegen
Ectophasia crassipennis. Onderfamilie Phasiinae. Tribe
Phasiini. Familie: Sluipvliegen (Tachinidae).
Deze sluipvlieg komt in Zuid Europa en in de Warme delen van Midden Europa
voor. Dus niet in Nederland. Wel enkele familieleden. Die staan op mijn
sluipvliegen pagina.
De mannetjes en vrouwtjes zijn verschillend getekend. Het bruingele
achterlijf van het mannetje heeft een brede zwarte streep.
Het vrouwtje legt de eitjes direct in de gastheer. Dit is de schildwants (Pentatomidae).
Lengte 5 - 9 mm. Mei - september. |
Peleteria spec. Heel misschien Peleteria
varia.
Onderfamilie Tachininae. Tribe
Tachinini
Familie sluipvliegen (Tachinidae).
Nog een sluipvlieg. Twee familieleden staan op de pagina
"sluipvliegen". Van Zuid Europa tot Slowakije. Dus niet in Nederland.
Juni - september. |
...
Miltogramminae. Familie vleesvliegen (Sarcophagidae).
De meeste van deze vliegen zijn kleptoparasieten van solitaire bijen en
wespen. D.w.z. dat een eitje in het nest wordt gelegd. De larven eten het
voedsel, dat voor de bijen- en wespenlarven bedoeld is.
Ze zijn vanaf een foto niet tot op de soort te determineren. |
..
.
Dasypogon diadema vrouwtje. Genus Dasypogon.
Familie roofvliegen (Asilidae).
In zuid Europa is dit een gewone roofvlieg.
De mannetjes hebben een zwart achterlijf. De vrouwtjes hebben rode
markeringen op het zwarte achterlijf. De kleur van de vleugels is ook
verschillend. Bij de mannetjes zwartachtig. bij de vrouwtjes
bruinachtig.
De eitjes (1 tot 6) worden gelegd in zelfgemaakte zandballen met een
diameter van ongeveer 4,5 mm. |
Donker doflijfje (Chrysogaster solstitialis). Genus Doflijfjes
(Chrysogaster). Familie zweefvliegen
(Syrphidae). Hij komt ook in Nederland voor. Maar ik heb hem nog niet in de tuin
gezien. (in 2013 ook in onze tuin!!)
Hij is te herkennen aan de rode ogen en de donkere vleugels. Het borststuk
heeft een paarse glans.
De larven leven in modderige oevers met rottend hout.
Mei - september. Noord Afrika, Europa
Lengte 6 - 9 mm. |
..
Krieltje spec. (Paragus spec.). Genus krieltjes (Paragus)
Familie zweefvliegen (Syrphidae).
Krieltjes zijn heel kleine zweefvliegjes. van 4 tot 7 mm. Soms zijn ze
helemaal zwart. Soms is het achterlijf voor een deel rood (of geel). Zoals
bij dit krieltje van ongeveer 4 mm. Welke soort het is weet ik niet. (In
2012 ook in de Nederlandse duinen gezien!!)
De larven eten bladluizen. |
Vlinders
..
Kaasjeskruiddikkopje (Carcharodus alceae). Familie dikkopjes
(Hesperiidae).
De eitjes worden o.a. op groot kaarsjeskruid en kaarsjeskruid afgezet.
Die heb ik in de tuin. Maar ik woon wel heel ver van Limburg.
Lichtbruine vleugels met donkerbruine vlekken. Voorvleugellengte ongeveer
14 mm. Vliegtijd: April - oktober.
Zuid- en Midden Europa. Zeldzaam in Nederland (Limburg). |
..
.
.
Koningspage (Iphiclides podalirius). Familie Pages
(Papilionidae).
In Nederland als trekvlinder zeer zeldzaam. Verder in grote delen van
Europa te vinden. Deze vakantie zag ik ze elke dag. Het is een prachtige
grote vlinder. De vleugellengte is wel 32 tot 39 mm.
De rups heeft verschillende waardplanten. Dat zijn o.a. sleedoorn, perzik,
meidoorn.
Vliegtijd maart - oktober.
Hij lijkt op de in Nederland minder zeldzame koninginnepage (papilio
machaon) |
..
.
.
Kleine vuurvlinder (Lycaena phlaeas). Familie
Lycaenidae.
Er zijn allerlei ondersoorten.
Hij komt voor in heel het Palearctisch gebied. Ook in Nederland.
Vliegtijd Nederland: Maart - oktober. Twee of drie generaties.
Waardplant: Verschillende soorten zuring. |
..
Veldparelmoervlinder (Melitaea cinxia). Familie Nymphalidae.
Hij komt voor in Midden- en Oost-Europa. In Nederland hoort hij bij de
bedreigde soorten. Hij wordt eigenlijk alleen in het zuiden van Limburg
gevonden.
Voorvleugellengte 16 - 21 mm. Als waardplant heeft hij vooral smalle weegbree. De rups overwintert.
Vliegtijd: Mei - september, één generatie. |
.. .
Bont zandoogje
(Pararge aegeria). Ondersoort Pararge
aegeria aegeria. Subfamilie Satyrinae. Familie Nymphalidae.De andere ondersoort is Pararge aegeria tircis. Deze heeft flets gele
vlekken en staat bij de vinders in mijn tuin beschreven.
Pararge
aegeria aegeria heeft oranje vlekken en komt in Zuid-Europa en
Noord-Afrika voor.
Als waardplant zijn er vele grassoorten. Spanwijdte 32 - 42 mm. Vliegtijd: Februari - oktober twee tot drie generaties. |
Witbandzandoog
(Brintesia
circe). Subfamilie Satyrinae. Familie Nymphalidae.
In Nederland komt deze vlinder niet meer voor. Midden- en Zuid-Europa,
Klein-Azië.
We waren op bezoek bij een grot. Daar zag je ze van boom naar boom vliegen.
Ze bleven vooral in de schaduw zitten met dichtgeklapte vleugels. Daar ze
waren heel goed gecamoufleerd. Ik heb helaas geen goede foto kunnen maken.
Een grote vlinder met een spanwijdte van 68 - 82 mm.
Waardplanten uit de grassenfamilie. Juni - September. |
..
.
Keizersmantel (Argynnis paphia).
Familie Nymphalidae.
Een grote prachtige vlinder met een vleugellengte van 27 - 35 mm. Hij komt in bijna heel Europa voor. In Nederland alleen als zwerver.
Waardplant: Verschillende soorten viooltjes. De jonge rups overwintert.
Eitjes worden afgezet op bomen in de buurt van viooltjes. Vliegtijd: Mei - september. |
..
Blauwe
IJsvogelvlinder (Limenitis reducta).
Familie NymphalidaeVleugellengte 22 - 27 mm.
De vleugels hebben mooie blauwe
glans aan de bovenkant.
Vliegtijd: Mei - augustus. Eén generatie. Noord-Spanje, Zuid- en
Oost-Frankrijk, Italië, de Alpen. In Nederland is hij een heel enkele
keer als dwaalgast.
Vaak bij bossen in een vochtige, warme omgeving. Eitjes en rupsen zijn te
vinden op kamperfoelie ( Lonicera). |
..
Oostelijke
Resedawitje (Pontia edusa) of Resedawitje (Pontia
daplidice). Familie witjes (Pieridae).Beide witjes zijn niet uit elkaar te houden. Maar het Oostelijke
Resedawitje leeft in Zuidoost-Frankrijk en Midden-Europa. Het Resedawitje (Pontia
daplidice) leeft in het westen van Europa. Het Resedawitje (Pontia
daplidice) is in Nederland heel zeldzaam.
Waardplanten: vooral resedasoorten. De vlinders zie je vaak bij
kruisbloemigen.
Vliegtijd: Maart - oktober. Meerdere generaties. |
..
Glasvleugelpijlstaart
(Hemaris fuciformis). Familie
Pijlstaaarten
(Sphingidae). Een dagactieve nachtvlinder.
Ik heb hem al op mijn pagina "vlinders" beschreven. Want ik zie
hem een enkele keer in onze tuin.
In Frankrijk zag ik hem veel vaker. Maar echt goed op de foto heb ik hem
nog steeds niet. Ze zijn ook zo beweeglijk. |
..
Dysauxes punctata. Familie Arctiidae.
Een nachtvlinder. De laatste vlinder, die we 's ochtends zagen vlak voor we vertrokken
uit de Ardèche.
Hij komt voor in Midden-Europa, Klein-Azië en Noord-Afrika.
De waardplanten zijn o.a. Prunus en Genista. Maar ook korstmossen.
Juni - september, één of twee generaties. |
Kevers
..
.
Gouden tor (Cetonia aurata). Familie: Scarabaeidae (Bladsprietkevers, Meikevers en Mestkevers).
Er is ook nog een Gedeukte Gouden Tor
(Protaetia cuprea), die er erg op
lijkt. Hier is een leuke discussie over beide soorten te lezen. http://forum.waarneming.nl/smf/index.php?topic=30527
Maximaal ongeveer 2 cm. Door de metallic groene kleur is het een
prachtige kever. Een andere kenmerk zijn de lichte streepjes op de
dekschilden.
Hij leeft van stuifmeel, bloembladeren en wondsappen. Je vindt hem als het
zonnig is op verschillende bloemen als de vlier en meidoorn. Hier zaten ze
op een schermbloemige. De larven leven in vermolmd hout en overwinteren
daar ook in. Behalve in het Noorden komen ze op de meeste plaatsen in Europa voor. In
Nederland zijn ze vooral in het zuiden en oosten te vinden. Wel zeldzaam. |
..
.
Oxythyrea funesta. Familie Scarabaeidae
(Bladsprietkevers,
Meikevers en Mestkevers).
Ook deze kever glanst prachtig. Maar is i.p.v. groen zwart. Op de
schilden zitten witte vlekken.
Midden-en Zuid-Europa, Noord-Afrika, Klein-Azië, het Midden-Oosten.
De Oxythyrea funesta komt voor in Zuid-Nederland, maar is
zeldzaam. Lengte 8 - 12
mm.
In Nederland: Mei - juli. |
..
.
.
Muskusboktor, wilgenboktor, rozenboktor (Aromia moschata). Familie boktorren
(Cerambycidae).
De
muskusboktor komt ook in Nederland voor, maar is vrij zeldzaam. Vooral bij
mij in de buurt.
Het is een grote kever met een lengte van 3 a 4 cm. (vergelijk hem maar
met de pyjamawants) Hij is zwartgroen zwartblauw met een metallic glans.
Hij leeft op wilgen. Een larve kan daar twee tot drie jaar in leven. Een
enkele keer vind je de larven ook op de populier en els.
Als hij zich gestoord voelt, verspreidt hij een muskusachtige geur.
Vandaar zijn naam. |
..
.
Chlorophorus
trifasciatus. Familie boktorren (Cerambycidae).
Kenmerkend zijn de drie brede witte banden op het dekschild.
Midden-Europa, Zuid-Europa, Turkije.
De larven ontwikkelen zich in twee jaar in stengels en wortels van
verschillende planten vooral van stalkruid (Ononis) maar ook andere
familieleden.
Mei - juli. Ik zag er heel wat.
Lengte 6 - 12 mm. |
..
.
Wespenbok (Chlorophorus
varius). Familie
boktorren (Cerambycidae).
Een geelgroene boktor met zwarte banden. Op het halsschild zit ook een
zwarte dwarsstreep De bovenste band op het dekschild heeft de vorm van een
hoefijzer. Ik heb niet zo veel foto's gemaakt, terwijl ik er heel wat
gezien heb. Toen ik de foto's op de computer zette, merkte ik, dat er een
heel stuk van de antennes ontbrak. Hij had er geen last van.
Hij komt voor in Europa, maar niet in Nederland.
De larve is te vinden in houtachtige planten als in de stengels van
kruidachtige planten. Hij zit daar twee tot drie jaar. Mei - september. |
..
Acmaeodera misschien Acmaeodera taeniata. Onderfamilie
Acmaeoderinae. Familie Prachtkevers (Buprestidae).
De larven ontwikkelen zich in het hout. Er zijn verschillende soorten in
het gebied bij de Middlelandse Zee en Midden Europa.
Ze lijken wat betreft de bouw op de prachtkevers in de tuin. Ze glanzen
niet en hebben behaarde dekschilden. Juni - Augustus. |
..
Mordella Misschien Mordella aculeata. Onderfamilie
Mordellinae. Familie Spartelkevers (Mordellidae).
Het puntig achterlijfje is opvallend. Ik zag er veel op schermbloemige.
Het achterlijfje heeft een karakteristiek doornachtig uiteinde.
Er zijn in Midden-Europa verschillende soorten.
De larven zijn van Mordella zijn te vinden in hout en kruidachtige
planten.
Lengte 5 - 7 mm. |
..
Bijenwolf (Trichodes
apiarius). man Familie Cleridae.
Behaarde bijenwolf Trichodes alvearius lijkt er op, maar bij Trichodes
apiarius loopt het rood niet om de achterste zwarte vlek. De wesp
Philanthus triangulum wordt ook bijenwolf genoemd.
De kever eet pollen maar ook kleine insecten. De larve leven bij
honingbijen en solitaire bijen en voeden zich dan zowel met de stuifmeel
uit de voorraad als met de larven.
Midden- Zuid-Europa. In Nederland zeldzaam. Lengte 9 - 13 mm. Mei -
Augustus. |
..
Ruigtelieveheersbeestje (Hippodamia
variegata).
Familie lieveheersbeestjes (Coccinellidae). Subfamilie Echte
lieveheersbeestjes (Coccinellinae).
De rand om het halsschild is wit. Bij de stip in het midden op beide
schilden zie je meestal ook wit. Maar niet bij deze kever. Hij is een
beetje langwerpig.
Hij komt ook in Nederland voor, maar daar heb ik hem nog niet gezien. Lengte
3 - 6 mm. |
Vijfstippelig lieveheersbeestje
(Coccinella quinquepunctata).
Familie lieveheersbeestjes (Coccinellidae). Subfamilie Echte
lieveheersbeestjes (Coccinellinae).
Hij eet bladluizen en larven van bladhaantjes. Ook dit
lieveheersbeestje komt in Nederland voor. Maar helaas niet in onze
tuin. De achterste stippen kunnen klein zijn. Dan is hij wat
lastiger te herkennen. Lengte 3,5 - 5 mm. |
..
.
Populierenhaantje
(Chrysomela populi), oude naam Melosoma populi. Familie bladhaantjes (Chrysomelidae).Een
zwarte kever met rode dekschilden. Net als lieveheersbeestjes, kan hij
bittere, stinkende vloeistof afscheiden als hij zich bedreigd voelt.
Hij leeft op populier en wilg. In Europa en Nederland is het een algemene
kever. Ik mis beide boomsoorten in de omgeving van de tuin. Ik miste
daarom nog een foto van dit bladhaantje.
De volwassen kever overwintert.
Lengte tot 13 mm. |
Cryptocephalus. Misschien Cryptocephalus sulphureus, Cryptocephalus
fulvus,
Cryptocephalus luridicollis |
Andere insecten
Mantis religiosa. Bidsprinkhaan. Familie Mantidea.
Te herkennen aan de zwarte okselvlek, het streepje over het oog. Het
halsschild ongeveer half zo lang als vleugels/achterlijf. Meestal zijn ze
wat groener dan deze op de foto. Zuid-Europa. Maar nu ook te vinden in Amerika en Canada.
Ze zijn meer verwant aan de kakkerlakken dan aan de sprinkhanen.
Sprinkhanen heb ik met rust gelaten. Een andere keer misschien.
Een bidsprinkhaan zie je niet zo vaak. Deze zat in het zonnetje, terwijl
er verder veel schaduw was. |
Kakkerlak. Familie Blattellidae. Orde (Blattodea).
Misschien Ectobius pallidus, maar Ectobius vittiventris zou ook
kunnen. |
Ik wil iedereen, die me op waarneming.nl heeft geholpen, weer hartelijk bedanken!!!
Op waarneming.nl.
kun je, als je lid bent, aan elkaar informatie
over dieren
vragen
en
waarnemingen doorgeven.
Engels
/ English
Subpagina Frankrijk:
Frankrijk,
Picardië, Normandië.
|