Engels
/ English
Waterjuffers, libellen
We hebben al meer dan tien jaar een vijver in de tuin. Eerst hadden we er
goudwindes in. Nu hebben we er al jaren geen vis meer in. Een pomp of filter is
niet nodig. Het dichtst bijzijnde grote water is ongeveer 500 meter weg. Verder
zijn er een paar vijvers in de omgeving. Libellen en waterjuffers moeten dus van
ver komen.
Waterjuffers
Waterjuffers kun je in verschillende families indelen.
Familie Platycnemididae. (Een kleine familie) De familie Coenagrionidae (Een
grote familie o.a. lantaarntje, vuurjuffer en azuurwaterjuffer) Familie Lestidae
(Een kleine familie met o.a. de houtpantserjuffer) Familie Calopterygidae. (Een
grote familie, vooral voorkomend in de tropen. In Nederland heb je de
weidebeekjuffer en de bosbeekjuffer. De mannetjes hebben gekleurde vleugels) Het
zijn slanke insecten. Zowel waterjuffers als libellen grijpen met de voorpoten hun prooi (allerlei
insecten). Ze kunnen er moeilijk op lopen.
In mei zie je de waterjuffers eitjes afzetten op de waterplanten. De vrouwtjes
worden dan door het mannetje vastgehouden. (een tandem) Geen ongevaarlijke
bezigheid. We zagen
eens een vrouwtje opeens onder het water verdwijnen. Toen we beter keken, zagen
we, dat een larve van een libel (nimf)
de dader was.
Waterjuffers (Coenagrionidae).
Op Waarneming alle Waterjuffers
(Coenagrionidae) in Nederland .
Watersnuffel (Enallagma cyathigerum). Familie waterjuffers (
Coenagrionidae). Vrouwtje.
Niet in de tuin maar in de duinen ongeveer 4 km van mijn huis.
De watersnuffel lijkt veel op de Azuurwaterjuffer (Coenagrion
puella) en de Kanaaljuffer (Erythromma lindenii). Een verschil met de
azuurjuffer is de brede, lichte schouderstreep (breder dan de zwarte
streep eronder). Het mannetje is blauw, zwart, het vrouwtje is bruinig,
zwart.
Vliegtijd: mei- september.
Algemeen in Nederland, vooral bij voedselarm meestal stilstaand water,
zoals bij dit duinmeertje.
Europa.
Foto 30-6-2013. |
..
Kleine roodoogjuffer (Erythromma viridulum). Familie waterjuffers (
Coenagrionidae).
Lijkt op de Erythromma najas. Mannetje met helder rode ogen. Vrouwtje met ogen aan de bovenzijde bruin en aan de onderzijde geel of groen.
26-32 cm.
Vliegtijd: juni- september.
Algemeen in Nederland, Bij stilstaande en langzaam stromende wateren met drijvende planten.
Europa, tot in Midden-Azië. In Marokko en Algerij.
Foto's 7-7-2021. |
Vuurjuffer (Pyrrhosoma nymphula). Familie
waterjuffers (Coenagrionidae). Larve.
Ewoud van der Ploeg: De hoekige kop en de donkere vlek in de achterlijfsaanhangselen, wijzen samen met de gedrongen bouw op een vuurjuffer.
Foto 4-5-2018.
|
Pantserjuffers (Lestidae).
Op Waarneming alle Pantserjuffers
(Lestidae) in Nederland .
..
.
Houtpantserjuffer (Lestes viridis of
Chalcolestes viridis). Familie pantserjuffers (Lestidae).
Het is een algemeen voorkomende juffer. De metallic groene kleur
valt op. De ogen zijn bruin.
De houtpantserjuffer legt zijn eitjes onder de schors van boven water
overhangende bomen. Vandaar zijn naam.
De wormvormige nimf laat zich in het water vallen. Daar vervelt hij en verandert hij in een gewone nimf. Na drie maanden verschijnt de nieuwe
juffer.
In rust heeft hij de vleugels half gespreid. Andere juffers houden ze bij
elkaar. Vliegtijd: juli - november. Foto's 13-8-2012, 16-8-2012.
|
.
Gewone pantserjuffer (Lestes
sponsa). Familie pantserjuffers (Lestidae).
Niet in de tuin maar in de duinen ongeveer 4 km van mijn huis.
Net als de houtpantserjuffer metaalgroen tot koperkleurig. Het achterhoofd
is donker. Het mannetje heeft als hij uitgekleurd is een blauwe
achterlijfspunt (berijping) zoals op deze foto's.
Hij overwintert als ei. De eieren worden afgezet in stengels van oeverplanten.
Andere er op lijkende soorten zijn de houtpantserjuffer, de
tangpantserjuffer, de tengere pantserjuffer en de zwervende pantserjuffer.
In rust heeft hij de vleugels half gespreid. Andere juffers houden ze bij
elkaar.
Vliegtijd: Mei - oktober. Europa, Azië.
Foto's 19-8-2013.
|
..
.
Bruine winterjuffer (Sympecma
fusca). Familie pantserjuffers (Lestidae).
Dit is ook een pantserjuffer. In september 2008 voor het eerst in de tuin gezien.
De winterjuffer is de enige juffer, die als volwassen dier overwintert. Daardoor
vliegt hij vroeg in het voorjaar.
Lengte: 3cm. Lichtbruin met donkerbruine tot bronskleurige vlekken
op de bovenzijde.
In rusthouding zijn de vleugels niet half gespreid, zoals bij andere
pantserjuffers, maar met met beide vleugels strak tegen elkaar aan aan
één zijde.
Twee vliegperiodes: april - mei en augustus - september.
De enige andere winterjuffer in Nederland is de zeldzame Noordse
winterjuffer.
De bruine winterjuffer staat op de Belgische Rode Lijst (libellen) en de
Nederlandse Rode Lijst (libellen) als ‘bedreigd’.
Biotoop: ondiepe, voedselarme plassen in bosrijke omgeving met
zandgrond. Foto's 16-8-2012, 17-8-2012.
|
Libellen
Libellen zijn forser dan waterjuffers.
De ogen raken elkaar boven de kop. De achtervleugels zijn breder dan de
voorvleugels. In rust houden ze de vleugels horizontaal. Enigszins, bij de
gewone oeverlibel hangen ze bijvoorbeeld wat omlaag. De meeste zijn betere
vliegers dan de waterjuffers. Lopen kunnen ze net als de waterjuffers
niet. Er zijn weer verschillende families.
Familie Gomphidae. Familie Cordulegastridae.
Familie Aeshnidae met o.a de Grote keizerlibel en de Blauwe glazenmaker.
Familie Corduliidae. Familie Libellulidae met o.a de Gewone oeverlibel en
de Bruinrode heidelibel.
|
Glazenmakers (Aeshnidae).
Op Waarneming alle Glazenmakers
(Aeshnidae) in Nederland .
..
.
.
Grote Keizerlibel (Anax imperator). Familie
glazenmakers (Aeshnidae). Libel op grote foto in de tuin. De anderen in de duinen ongeveer
3 km van ons huis.
In Nederland en België is dit de grootste libel met een lengte van 64 tot
84 mm.
De mannetjes hebben een blauw achterlijf met een
zwarte lengtestreep, een groene thorax en blauwe ogen. Bij de vrouwtjes is het
achterlijf groen of blauw, de thorax is groen met twee blauwe vlekjes en
de ogen zijn groen.
Bij stilstaand water. De vrouwtjes zetten alleen de eitjes af op drijvende
planten. De larven overwinteren één of twee jaar.
Mei - oktober maar de meeste in Juni - augustus.
Europa, West Azië, Afrika. Foto 20-7-2012, 18-6-3013, 6-6-2014,
31-7-2014. 2-8-2020.
|
..
Glassnijder (Brachytron pratense) Familie
glazenmakers (Aeshnidae)
De mannetjes zijn vooral zwart met blauw. Het
vrouwtje zart met geel. Aan de zijkant van het borststuk zijn brede groene
of gele banden.
Het achterlijf en borststuk zijn donzig behaard. Segment drie is niet
ingesnoerd. Segment één heeft in het midden een rond vlekje.
Vliegtijd eind april - eind juni. De larven overwinteren twee tot drie
keer. Lengte 5,5 - 6,3 cm. Spanwijdte 7 - 8 mm. Foto 3-5-2011.
|
Korenbouten (Libellulidae).
Op Waarneming alle Korenbouten
(Libellulidae) in Nederland .
..
Platbuik (Libellula depressa). Familie Korenbouten
(Libellulidae) .
De platbuik zie je vaak bij kleine wateren. Toch zie ik hem nu pas (2011)
voor het eerst bij de vijver. Het mannetje met het blauwe achterlijf
kon ik in 2022 voor het eerst in de tuin fotograferen.
Een kenmerk is het brede achterlijf. Verder zijn de basisvlekken op de
vleugels opvallend. Mannetjes zijn vaak blauw, terwijl de vrouwtjes
bruinachtig zijn. Oudere vrouwtjes hebben ook blauw op het achterlijf. De zijkanten van het achterlijf zijn licht geel.
De larven sluipen na twee jaar uit op de planten langs de oever. Ze
overwinteren door in de modder weg te kruipen. Ze kunnen in opgedroogde,
maar ook in bevroren modder overleven.
Lengte: 38 - 48 mm. April - september. Europa, Midden-Oosten, Siberië.
Foto 23-5-2011
Een jonger platbuik vrouwtje. Foto 8-6-2011. Mannetje 3-6-2022
|
..
Bloedrode Heidelibel
(Sympetrum sanguineum). Familie Korenbouten (Libellulidae). Niet in de tuin maar in de duinen ongeveer 4 km van mijn huis.
De mannetjes zijn dieprood van kleur. De
vrouwtjes zijn geel. Een duidelijk verschil met de andere heidelibellen
zijn de geheel zwarte poten.
De larve leeft een jaar in het water.
Lengte 34 - 36 mm. Europa. Niet in het
zuiden van Spanje, Italië. Delen van Afrika.
Juli - oktober. Foto's 26-6-2012.
|
..
Bruinrode Heidelibel
(Sympetrum striolatum). Familie Korenbouten (Libellulidae).
Kenmerken: Poten zwart met gele strepen. Een
zwart streepje tussen de ogen, maar niet langs de oogranden. Dus
geen hangsnor zoals bij de steenrode heidelibel. Er kan wel eens een klein
beetje zwart zijn, dat in combinatie met schaduw het weer lastig kan maken
Jonge mannetjes hebben nog net als de vrouwtjes een geel achterlijf.
Oudere mannetjes hebben een rood achterlijf.
Vrouwtjes hebben een geel achterlijf, dat later bruin verkleurd.
Lengte 35 - 44 mm. Mei - november.
De eitjes worden in tandems afgezet. De steenrode heidelibel overwintert
als ei. In het voorjaar komen de eieren uit en in mei tot in september
verschijnen de libellen.
Europa, Noord-Afrika, Klein en West-Azië.
Foto's 3-8-2012, 10-9-2012.
Geen zwarte hangsnor.
Meer informatie op http://www.at-a-lanta.nl/weia/LibellenStriVulg.html
|
libellennet.nl
Libellensite met een uitgebreide beschrijving
Nog een heel goede Libellensite: De libellen van
Noord Nederland
Bij waarneming.nl.
kun je, als je lid bent, aan elkaar informatie
over dieren
vragen
en
waarnemingen doorgeven.
Engels
/ English
Subpagina Frankrijk:
Insecten
Frankrijk
|