Engels
/ English
Overige insecten en
springstaartjes in de tuin
Hier een paar insecten en geleedpotigen
(springstaartjes), die niet bij de andere groepen
horen, maar die ik wel interessant vind.
Wat is nu eigenlijk een insect. Hopelijk geeft deze indeling duidelijkheid.
Geleedpotigen (Arthropoda) zijn verdeeld in de vier klassen: 1. Zespotigen (Hexapoda) 2. Spinachtigen (Arachnida) 3. Kreeftachtigen (Crustacea) 4. Duizendpotigen (Myriapoda).
Eigenschappen: Uitwendig skelet van chitine. Poten, zijn opgebouwd uit leden. Het lichaam opgebouwd in segmenten. Schild groeit niet mee, larven moeten dus ‘vervellen'.
1. Zespotigen (Hexapoda) met insecten als grootste groep. Verder: springstaarten
(Collembola), dubbelstaarten (Diplura) en proturen (Protura), maar deze drie groepen werden ook wel eens ingedeeld bij de insecten als
aparte groep Apterygota (primair ongevleugelden).
Insecten bestaan uit drie delen (kop, borststuk, achterlijf. Achterlijf is verdeeld in segmenten). Zes poten.
2. Spinachtigen (Arachnida) bestaan uit twee delen (kopborststuk, achterlijf). Acht poten.
3. Kreefachtigen (Crustacea) bestaan uit twee delen (kopborststuk, achterlijf. Achterlijf is verdeeld in segmenten). Tien poten of meer. Behalve kreeften en krabben horen ook pissebedden tot deze groep.
4. Duizendpotigen of veelpotigen (Myriapoda) hebben een lichaam geheel opgebouwd uit segmenten met poten aan elk segment.
Insecten worden weer verder ingedeeld in 1. Exopterygota (Hemimetabola) (= met onvolledige gedaanteverwisseling.
d.w.z. een geleidelijke verandering van larve (lijkt al enigszins op een volwassen
exemlaar), vervellen een aantal keren, stadia genoemd, waarbij pas na de laatste vervelling de vleugels verschijnen, geen pop.
Als van nimf naar wants) en 2. Endopterygota (Holometabola) (= met volledige gedaanteverwisseling,
de larve verpopt als van rups naar vlinder)
|
1. Exopterygota (Hemimetabola) met o.a. :
Ephemeroptera - Haften
Plecoptera - Steenvliegen
Odonata - Libellen
Orthoptera - Sprinkhanen en krekels
Phasmatodea - Wandelende takken
Dermaptera - Oorwormen
Blattaria - Kakkerlakken
Isoptera - Termieten
Psocoptera - Stofluizen
Thysanoptera - Tripsen
Hemiptera - Wantsen, plantenluizen en cicaden
|
|
2. Endopterygota (Holometabola) met o.a. :
Neuroptera - Netvleugeligen
Raphidioptera - Kameelhalsvliegen
Megaloptera - Slijkvliegen of elzevliegen
Mecoptera - Schorpioenvliegen
Trichoptera - Schietmotten
Lepidoptera - Vlinders
Diptera - Vliegen en muggen
Siphonaptera - Vlooien (zijn secundair ongevleugeld)
Coleoptera - Kevers
Hymenoptera - Bijen, hommels, wespen en mieren |
Sprinkhanen
Ik zie niet zo veel soorten in de tuin.
..
vrouw Struiksprinkhaan (Leptophyes punctatissima).
Familie Sabelsprinkhanen (Tettigoniidae). Foto's augustus 2010 |
..
man Struiksprinkhaan (Leptophyes punctatissima).
Familie Sabelsprinkhanen (Tettigoniidae). Foto's augustus 2010 |
Zoals je op de foto's ziet is er een duidelijk verschil tussen de
mannetjes en de vrouwtjes van deze licht groene sprinkhaan. De vrouwtjes
hebben een kleine naar boven gekrulde legbuis. De vleugels zijn ook klein.
Er op lijkende soorten zijn de zaagsprinkhaan (groter) en de oostelijke
struiksprinkhaan (witte strepen langs de flanken)
Het geluid, dat ze maken, is te hoog voor het menselijk oor.
Mannetjes 10-13 millimeter, vrouwtjes 13-18 mm. In grote delen van Europa.
Juni- oktober.
|
Foto1-6-2013. De nimfen van de struiksprinkhanen zijn zwart gespikkeld en
hebben zwarte banden om de antennes en de poten. |
Zuidelijke boomsprinkhaan (Meconema meridionale). Onderfamilie
Meconematinae. Familie Sabelsprinkhanen (Tettigoniidae).
Een licht groene sprinkhaan met een duidelijke lichtgele streep van kop tot het achtereind van het lichaam. De vleugels zijn heel klein. Vliegen doen ze dus niet. Je ziet ze ook niet springen. Het mannetje heeft een
draadachtige cerci. Het vrouwtje heeft een vrij lange sabelvormige legbuis.
Het is een Zuid-Europese soort, die hoogst waarschijnlijk samen met tuinplanten in Nederland terecht is gekomen. Ook kunnen ze meegelift zijn met vakantiegangers.
Hij leeft van kleine beestjes als bladluizen. Mannetjes 11-13 mm, vrouwtjes 11-16 mm. Augustus- november.
Foto vrouwtje 17-10-2010. |
..
Boomsprinkhaan (Meconema
thalassinum). Onderfamilie Meconematinae. Familie Sabelsprinkhanen (Tettigoniidae).
Een licht groene sprinkhaan met een duidelijke lichtgele streep over het lichaam. Gaasvormige beadering van de vleugels, waarmee ze goed kunnen vliegen. Hij heeft een voorkeur voor eiken.
Hij leeft van kleine beestjes als bladluizen.Lengte 12-15 mm. Juli- november. Europa, Geïntroduceerd in Amerika. Foto's 7-8-2018. |
Grote groene sabelsprinkhaan (Tettigonia viridissima).
Familie Sabelsprinkhanen (Tettigoniidae). Ongeveer 500 meter van ons
huis.
Groot, maar door de groene kleur toch lastig te vinden. Mannetje 28-34 millimeter,
vrouwtje 27-38 mm. Leeft van insecten. Maart-oktober. Europa, Azië. Foto
5-9-2021.
16-9-2021 In dezelfde maand zag ik ook een Tettigonia viridissima in onze
tuin. Een indrukwekkende sabelsprinkhaan.
|
..
Kustsprinkhaan (Chorthippus
albomarginatus). Familie Veldsprinkhanen (Acrididae).
De kustsprinkhaan heeft rechte zijkielen op het halsschild, lange vleugels en geheel lichte poten. De kleur is variabel van groen tot bruin. Hij lijkt op de zompsprinkhaan (C.
montanus) en de krasser (C. parallelus), maar die hebben een donkere achterknie en meestal kortere vleugels. De weidesprinkhaan (C.
dorsatus) lijkt er ook op, maar die is zeer zeldzaam in Nederland.
Ze zitten niet alleen bij de kust maar in heel Nederland. Lengte 13-23 mm. Juni- september. Foto's 9-8-2013. |
..
.
Bruine sprinkhaan (Chorthippus
brunneus). Familie Veldsprinkhanen (Acrididae).
De bruine sprinkhaan is natuurlijk voor het grootste deel bruin. Het halsschild is iets lichter.
De drie soorten bruine Sprinkhaan, Ratelaar (Chorthippus biguttulus) en Snortikker
(Chorthippus mollis) lijken zeer sterk op elkaar. De mannetjes zijn gemakkelijk op geluid te determineren. De vrouwtjes van Ratelaar, Bruine Sprinkhaan en Snortikker zijn niet
Europa. In Nederland is het een algemeen voorkomende sprinkhaan. Lengte mannetjes 12-17 mm en vrouwtjes 18-25 mm. Mei- september. Foto's 20-7-2014. 9-7-2017. |
..
Biguttulus-groep. Familie Veldsprinkhanen
(Acrididae). Vrouwtje.
Dit is het vrouwtje dat op ons terras zat en niet gedetermineerd kan worden.
Dus: bruine sprinkhaan (Chorthippus brunneus), ratelaar (Chorthippus
biguttulus) of snortikker (Chorthippus mollis). Foto's 11-9-2015. |
Zeggendoorntje
(Tetrix subulata). Onderfamilie Tetriginae. Familie doornsprinkhanen (Tetrigidae).
In 2015 voor het eerst in de tuin gezien. De zeggedoorntjes voeden zich voornamelijk met algen, mossen en korstmossen, maar daarnaast ook van grassen. Ze hebben een voorkeur voor vochtige gebieden.
De lengte: ongeveer 10-15 mm. Maart- september. Europa, Noord-Afrika. Foto 9-5-2015. |
Sprinkhanen gefotografeerd in de duinen.
Knopsprieje
(Myrmeleotettix maculatus). Onderfamilie Gomphocerinae. Familie Veldsprinkhanen
(Acrididae).
Het kopsprietje is variabel van kleur. Van bruin tot groen. Ze zijn te herkennen aan de verdikte uiteinden van de antennen. Bij het mannetje is dat goed te zien. Bij het vrouwtje minder. Daar zijn de uiteinden meer afgeplat dan verbreed.
Vooral op droge heide velden en begroeide stuifzanden. In het oostelijk deel van Nederland en in de duinen. Juni
september. Lengte 10-16 mm. Foto 18-7-2017. |
Blauwvleugelsprinkhaan
(Oedipoda caerulescens). Onderfamilie Oedipodinae. Familie Veldsprinkhanen
(Acrididae).
Een bruine sprinkhaan met lichtbruine vlekken. Meestal met lichte en donkere banden om de poten. Hij is daardoor goed gecamoufleerd. Als hij de vleugels uitspreid vallen die op door de helderblauwe kleur. In rust lijkt hij veel op de roodvleugelsprinkhaan
(Oedipoda germanica), die natuurlijk rode vleugels heeft. Hij eet vooral gras.
In Nederland in zanderige gebieden, zoals de duinen. In het buitenland ook in ander gebieden zoals kalkgronden, grindvlakten. Nooit op dichtbegroeide plekken. Juni- oktober. Lengte vrouwtjes 20 - 29 mm, mannetjes 13 - 23 mm. Foto 10-10-2014. |
Zanddoorntje
(Tetrix ceperoi). Onderfamilie Tetriginae. Familie doornsprinkhanen (Tetrigidae).
Het zanddoorntje is variabel van kleur. Van bruin tot groen. Hij lijkt op de langvleugelige exemplaren van het zeggendoorntje
(Tetrix subulata). De antennes staan echter wat dichter bij elkaar.
Vooral op vochtige zandgronden met open plekken, waar hij leeft van algen. Maart- september. Lengte vrouwtjes 11-13 mm, mannetjes 9,5-10,5 mm. Foto 10-3-2014. |
Familie
schietmotten Limnephilidae, Leptoceridae, Phryganeidae. Orde schietmotten, kokerjuffers
(Trichoptera).
De larven komen voor in het water en maken van plantendelen en steentjes
een kokertje, waar ze in kruipen. Het huisje is aan beide kanten open. aan
de voorkant wordt hij elke keer vergroot. Ik kom ze heel vaak tegen in de
vijver. Het kokertje verschilt per soort. Ze verpoppen zich in de koker.
De pop zwemt naar het oppervlak. Daarna komt de imago te voorschijn.
De schietmot eet nauwelijks. De lange naar voren uitstekende antennes zijn heel opvallend.
De eitjes worden in een geleipakket aan een
oeverplant bevestigd. De larven laten zich in het water vallen. In Nederland zijn er 177 soorten
bekend..
Een familie met heel kleine schietmotten is Hydroptilidae (Micro-schietmotten).
Alle
families op Waarneming.
Kokertje van een schietmot, Trichoptera. Uit de vijver. Foto 10-6-2012 |
Mystacides longicornis. Onderfamilie Leptocerinae. Familie schietmotten
(Leptoceridae). Orde schietmotten, kokerjuffers (Trichoptera).
De vleugels zijn geelbruin met drie donkerbruine dwarsbanden. De antennes zijn lang. Opvallend grote
palpen.
De larven leven in het water van plantaardig materiaal en soms waterdiertjes. De larve overwintert. De koker is bedekt met zandkorrels. Lengte tot 9 mm.
Palearctisch. Foto 4-8-2018.
|
,,
Oecetis
ochracea. Familie schietmotten (Leptoceridae). Orde schietmotten, kokerjuffers
(Trichoptera).
Een algemene lichtbruine schietmot. Op de vleugels geen tekening. Hij komt 's nachts heel makkelijk op licht af. Hij heeft heel lange antennen ongeveer twee keer de lengte van het
lichaam.Palearctisch en Nearctisch. Foto's 8-7-2013. |
..
.
.
Glyphotaelius
pellucidus. Familie schietmotten (Limnephilidae). Orde schietmotten, kokerjuffers
(Trichoptera).
Dit is een algemene soort en is te herkennen aan een ingekeepte buitenrand van de gemarmerde voorvleugel. Lengte 12-17 mm. April-juni en augustus- oktober.
Palearctisch. Foto's 28-08-2007. |
Limnephilus flavicornis. Familie schietmotten (Limnephilidae). Orde schietmotten, kokerjuffers
(Trichoptera).
Een geelbruine schietmot. Op de vleugels zijn licht grijsbruin met donkere vlekken, die schuin aflopen. een tekening, die vaak minder duidelijker is dan bij de schietmot op deze foto. Hij komt 's nachts heel makkelijk op licht af. Lengte 11-17 mm. Mei- oktober. Foto's 6-7-2015.
|
..
Limnephilus
marmoratus. Familie schietmotten (Limnephilidae). Orde schietmotten, kokerjuffers
(Trichoptera).
Een algemene schietmot. Op de vleugels een duidelijkere tekening dan bij de Limnephilus
flavicornis. Hij komt 's nachts heel makkelijk op licht af.
Lengte 12-17 mm. Foto's 22-7-2015. |
Agrypnia pagetana. Familie schietmotten (Phryganeidae). Orde schietmotten, kokerjuffers
(Trichoptera).
Een algemene egaal crèmekleurige schietmot. Duidelijke vleugeladers. Hij komt 's nachts op licht af, maar vliegt ook zoals hier overdag. Licht oranje gele stevige antennen (vergeleken met de familie
Leptoceridae), die ongeveer even lang zijn als het lichaam.Is al vroeg in het voorjaar te vinden.. Foto 11-5-2018. |
Holocentropus. Familie schietmotten
(Polycentropodidae). Orde schietmotten, kokerjuffers (Trichoptera).
In Nederland vier soorten: Holocentropus dubius, Holocentropus insignis (zeer zeldzaam), Holocentropus
picicornis, Holocentropus stagnalis (zeldzaam). Vrij kleine schietmotten, met redelijk korte antennen. Lastig te determineren. Dit is de ongevlekte bruine vorm
'aurata' . Lengte 6-9 mm. Foto 18-8-2018. |
Schietmotten gefotografeerd in de duinen.
Anabolia
nervosa. Familie schietmotten (Limnephilidae). Orde schietmotten, kokerjuffers
(Trichoptera).
Zowel het lichaam als de vleugels van deze schietmot zijn licht bruin. Op de vleugels een paar lichte vlekjes, maar verder is er geen opvallende tekening.
Vooral september, oktober. Ze hebben een voorkeur voor zand. De larven gebruiken ook zand voor hun koker, waar ze een paar stokjes laten uitsteken. Lengte 11-15 mm. Foto 18-10-2013. |
Mystacides
azureus. Onderfamilie Leptocerinae. Familie schietmotten (Leptoceridae). Orde schietmotten, kokerjuffers
(Trichoptera).
De vleugels van deze schietmot zijn blauwzwart en hij heeft rode ogen. De antennes zijn heel lang en dun. Opvallend grote
palpen.Lengte 6-7 mm. Palearctisch. Mei- oktober. Waarschijnlijk twee generaties.
De larven leven in het water van plantaardig materiaal en soms waterdiertjes. De larve overwintert. Foto 29-6-2013.
|
Neuropterida of netvleugeligachtigen.
Insecten met doorzichtige vleugels en duidelijke, netvormige vleugeladering. Vaak roofzuchtige larven. Viervleugels
i.pv. 2 vleugelsa als vliegen en muggen.
Hieronder vallen netvleugeligen (Neuroptera), grootvleugeligen ( Megaloptera) en
kameelhalsvliegen ( Raphidioptera).
Familie gaasvliegen - Chrysopidae, Hemerobiidae,
Coniopterygidae.
.. ..
..
Goudoogje, Groene gaasvlieg (Chrysoperla carnea). Familie Gaasvliegen
(Chrysopidae). Orde netvleugeligen (Neuroptera).
Er zijn veel soorten gaasvliegen, die niet allemaal makkelijk uit elkaar te houden zijn.
Zoals op de foto goed is te zien, zijn de vier doorzichtige vleugels in rust als een afdakje gevouwen. De ogen zijn goudkleurig. Een algemene soort.
De eitjes worden op het uiteinde van zijden steeltjes gelegd. De larven leven van bladluizen, terwijl volwassen dieren ook nectar eten. Het is een nachtdier.
Ze worden in de kassen gebruikt tegen luizen. Sommige soorten gaasvliegenlarven zijn gecamoufleerd met stukjes plant of dode luizen.
In een jaar twee generaties. De imago overwintert en wordt dan bruin. Dat is nog niet bij deze te zien (foto: 8
nov.) Wel op een andere foto (10 apr) De afgebeelde larve kan ook van een ander soort gaasvlieg zijn.
|
larve gaasvlieg
Een gecamoufleerde gaasvlieglarve. |
Hemerobius humulinus. Familie bruine gaasvliegen (Hemerobiidae). Orde netvleugeligen
(Neuroptera)
De bruine gaasvliegen (Hemerobiidae) lijken op (groene) gaasvliegen (Chrysopidae). De kleur is echter in het algemeen bruin, ze zijn kleiner (uitzondering is de Drepanepteryx
phalaenoides) en de vleugels hebben een andere adering. In Nederland komen 29 soorten bruine gaasvliegen voor. De larven en volwassen bruine gaasvliegen leven vooral van bladluizen.
.
Hemerobius humulinus is herkenbaar aan de brede streep over de thorax. Europa.
Azië en Noord-Amerika. Foto 16-4-2019. |
Micromus angulatus. Familie bruine gaasvliegen (Hemerobiidae). Orde
netvleugeligen (Neuroptera)
Micromus angulatus is herkenbaar aan vorm van enkele donkerder aders. Europa. Afrika,
Azië en Noord-Amerika. Foto 18-6-2018. |
Wesmaelius
spec. Familie bruine gaasvliegen (Hemerobiidae). Orde netvleugeligen (Neuroptera).
Een bruine gaasvlieg met een opvallend vleugelpatroon. Er zijn enkele soorten, die veel op elkaar lijken. Foto 5-7-2014. |
Een dwerggaasvlieg uit de familie dwerggaasvliegen (Coniopterygidae). Orde netvleugeligen
(Neuroptera).
Een kleine witte gaasvlieg. Er zijn minder aders op de vleugels vergeleken met andere gaasvliegen. Ze zijn bedekt met een witachtige of grijs, poedervormige was afgescheiden door klieren gelegen op het hoofd, borst en buik. De larven en volwassen dwerggaasvliegen leven van kleine prooien als bladluizen, schildluizen en
Acarina.
In Nederland zijn er vijf genera met twaalf soorten. vanaf een foto zijn ze niet te determineren. Foto 30-10-2016.
Genus Aleuropteryx: Aleuropteryx loewii.
Genus Coniopteryx: C. borealis, C. esbenpeterseni, C. pygmaea, C.
tineiformis, C. tjederi.
Genus Conwentzia: C. pineticola, C.psociformis.
Genus Helicoconis: Helicoconis lutea.
Genus Parasemidalis: Parasemidalis fuscipennis.
Genus Semidalis: S. aleyrodiformis, S. aleyrodiformis. |
Larve van een dwerggaasvlieg uit de familie dwerggaasvliegen
(Coniopterygidae). Orde netvleugeligen (Neuroptera). Foto's
17-10-2016 |
Familie sponsgaasvliegen (Sisyridae).
Een kleine familie. De larven voeden zich met
zoetwatersponzen. In Nederlands zijn de soorten: Sisyra dalii, Sisyra jutlandica,
Sponsgaasvlieg - Sisyra nigra, Sisyra terminalis.
Sponsgaasvlieg (Sisyra nigra). Familie sponsvliegen (Sisyridae),. Orde netvleugeligen
(Neuroptera).
Heel klein en donkerbruin. Behaarde vleugels met enkele dwarsaders en geen
gevorkte aders langs de voorkant van de vleugel. Spanwijdte vleugels is
10-12 mm. Mei september. In Nederland is de Sisyra nigra de meest algemene
soort, die te herkennen is door de geheel donkere antenne. Europa,
Noord-Azië en Noord-Amerika. Foto 25-6-2019. |
Familie slijkvliegen (Sialidae).
..
Elzenvlieg of slijkvlieg
(Sialis cf. lutaria). Familie slijkvliegen (Sialidae). Orde grootvleugeligen
(Megaloptera).
Een donkerbruin insect met grote vleugels, die in rust als een afdakje over het lichaam zijn gevouwen. De aders in de vleugels zijn heel duidelijk te zien. Ondanks de naam is het geen vlieg. Hij heeft vier vleugels.
cf betekent hoogstwaarschijnlijk. Want vanaf foto's is hij niet te onder te onderscheiden van andere soorten. Dit is de meest algemene slijkvlieg. De eitjes worden aan planten bij het water afgezet. Als ze uitkomen laten de larven zich in het water vallen. Ze leven daar op de bodem van bijvoorbeeld insectenlarven.
Sialis lutaria is te vinden bij stilstaand of langzaam stromend water. Sialis fuliginosais vooral bij snelstromend water, Sialis nigripes bij grote rivieren en Sialis flavilatera bij modderig, stilstaand water. In Europa zijn er zes soorten bekend.
Lengte 35 mm. Mei- augustus. Foto's 3-5-2013. |
Familie Raphidiidae.
De kameelhalsvliegen hebben de naam door de lange nek. In het Engels heten ze
snakeflies vanwege de gelijkenis met een slang. Ze leven voornamelijk in de boomkruin. Vrouwtjes hebben een lange legboor.
..
Xanthostigma
xanthostigma.
Familie Raphidiidae. Orde kameelhalsvliegen (Raphidioptera).
In Nederland zijn de zes soorten: Atlantoraphidia maculicollis, Inocellia
crassicornis, Phaeostigma notata, Raphidia ophiopsis, Subilla confinis, Xanthostigma
xanthostigma. Xanthostigma
xanthostigma (achterkant kop verloopt naar de hals driehoekig) lijkt veel
op Subilla confinis (achterkant kop verloopt naar de hals meer
trapezevormig). De vorm van de kop verschilt.
Soms is hij te zien boomstammen vooral op eiken.
De volwassenen insecten komen vanaf begin mei tevoorschijn. De larven leven op of onder losse schors en voeden zich met andere insecten.
Ook de volwassen insecten zijn roofzuchtig. Eruropa, Azië. Foto's 23-4-2019. |
Familie
Baetidae.
Eéndagsvlieg
omdat de volwassen haft kort leeft. Ze hebben twee of drie staartdraden
aan het achterlichaam. De nimfen leven langer. (een jaar)
Haften vervellen nog een laatste
keer als ze al vleugels hebben. De volwassenen eten niet meer.
De nimfen van de verschillende soorten haften leven in het water of in de
drassige bodem.
..
Haft, ééndagsvlieg, Cloeon
dipterum. Familie Baetidae.
Heel algemeen, vaak bij vijvers, waar de larven zich met algen voeden. De volwassen haften eten niet.
Net als andere leden van de geslachten Cloeon en Procloeon heeft Cloeon dipterum geen achtervleugels (zoals andere soorten) en hij heeft twee staartdraden. Mannetjes zijn te herkennen aan de kolomogen. Mei- oktober. Palearctisch en
Nearctisch.
Foto 1 vrouwtje 4-7-2011, foto 2 mannetje 3-7-2018. |
Familie schorpioenvliegen (Panorpidae). Alle
soorten in Nederland.
Het is een aparte groep nl. de Mecoptera. Ze hebben
vier vleugels.
Hij houdt niet van volle
zon en zoekt daarom de schaduw op. (Panorpa vulgaris doet dat minder) De naam schorpioen heeft hij gekregen,
omdat het mannetje aan de uiteinde een tang heeft, waarmee hij het
vrouwtje kan vasthouden tijdens de paring. Lengte ongeveer 15 mm.
Als je goed kijkt, zie je dat hij een soort snavel heeft. Vandaar de naam
snavelvlieg. Hij eet dode insecten en vruchten.
De larve lijkt op een rups en kun je tussen bladafval vinden.
De mannetjes zijn wat makkelijker te determineren
aan de hand van het mannelijke genitaal (aanhangseltjes op de
staart"stekel") Tegenwoordig lukt het ook met de
vleugeltekening. Omdat die enigszins variabel is, is dat lastig.
Er zijn in Nederland 5 soorten. Maar Aulops alpina schijnt al
heel lang niet meer te zijn waargenomen. Arp Kruithof heeft heel wat onderzoek gedaan. Hij heeft de
schorpioenvliegen hieronder voor me gedetermineerd. Dit is zijn
commentaar. Bedankt Arp.
..
.
Duitse schorpioenvlieg, Panorpa
germanica. Vrouwtje. Familie schorpioenvliegen (Panorpidae).
Vrouw: Panorpa germanica - maar lastige. Tamelijk zwaar getekend voor germanica en daardoor erg dicht bij
vulgaris. Foto's 29-4-2009. |
..
.
Duitse
schorpioenvlieg, Panorpa germanica. Mannetje. Familie schorpioenvliegen
(Panorpidae).
Hypovalven op staart duidelijk; Notaalorgaan (spoiler op T3) groot; Vleugelpatroon standaard voor
germanica.
Foto's 9-4-2009.
Hypovalven op staart iets onduidelijk. Spoiler op T3 vrijwel verstopt achter vleugels, maar lijkt net zichtbaar/groot, vleugelpatroon typisch voor
germanica; kop met zwarte vlek bovenop dus geen cognata. Foto's 22-4-2009. |
..
Weideschorpioenvlieg, Panorpa
vulgaris. Mannetje. Familie schorpioenvliegen (Panorpidae).
Hypovalven op staart iets onduidelijk maar lijken okay; Notaalorgaan (T3) onopvallend; T6/T7 rond; Kop zwart bovenop; Vleugeltekening typisch met enorme
basaalvlek. Foto's 13-6-2009. |
Weideschorpioenvlieg, Panorpa vulgaris. Vrouwtje. Familie schorpioenvliegen
(Panorpidae).
Vrouwtje gefotografeerd in 15 juni 2016. |
Zilvervisjes (Lepismatidae).
Primitieve vleugelloze insecten. Meestal in warme vochtige omgeving en ze
vermijden licht. In Nederland zijn er slechts enkele soorten. Zie Waarneming.
Papiervisje (Ctenolepisma longicaudata) Familie Zilvervisjes
(Lepismatidae).
Met dank voor het determineren aan Peter Boer. Ik
dacht zelf aan het er op lijkende Zilvervisje (Lepisma
saccharina). Die heeft een kortere staart en is wat lichter.
Een langwerpig, zilverkleurig insect. Als kind was ik gefascineerd over
hoe ze snel als een visje bewogen, Je vindt het papiervisje in minder vochtige delen
van het huis dan het zilverfisje. Dit papiervisje vond ik in de schuur. Ze zijn vooral
's nachts actief. Foto 15-8-2020.
|
Tripsen
(Thysanoptera)
Trips spec, Thrips spec. Orde Tripsen (Thysanoptera). Ook wel Onweersbeestjes of Donderbeestjes genoemd.
De orde Tripsen bestaat weer uit verschillende families. Het zijn heel kleine, slanke insecten van 0,5-5 mm.
Sommige tripsen zuigen plantensappen op en worden als schadelijk beschouwd. Andere voeden zich met sappen van insecten als mijten of van schimmels. Er zijn heel veel soorten. Bij deze trips zijn geen vleugels te zien. Hij was ongeveer 3 mm. Er zijn ongevleugelde en gevleugelde
tripsen. Ze kunnen niet zo goed vliegen met de rafelige vleugels. (thysanos rafel en pteron vleugel). Ze kunnen wel ver en hoog door de wind worden meegevoerd. Op deze foto is te zien, dat de vrouwtjes een legboor hebben. Deze trips zat met andere tripsen op een houtbloFoto 20-7-2012.
Foto 2 is van een 2, 3 mm grote nimf van een Bloemenwants (Orius spec) 5e stadium met een trips als prooi. Alleen te zien op de grote foto. Foto 21-7-2012. |
Geleedpotigen, Arthropoda:
Springstaarten (Collembola).
Als je in de tuin aan het werk bent, zie je allerlei
kleine beestjes wegspringen. Dat zijn meestal springstaartjes. Het zijn nuttige
beestjes, want ze voeden zich met schimmels en rottend organisch materiaal.
Vaak zijn ze niet groter dan een mm. In ieder geval kleiner dan 6 mm. Ze
hebben een gevorkte "staart" (furcula), die ze onder hun lichaam houden.
Normaal zit de vork vast met een soort grendeltje. Met deze
"staart" kunnen ze bij gevaar voor zo'n beestje enorme sprongen maken.
Ze klappen
hem dan uit. Het is een
aparte groep in het dierenrijk en worden dus niet tot de insecten gerekend. Ze
hebben wel zes poten.
Er zijn twee vormen. Rond en langwerpig. Van beide groepen laat ik er
een paar zien. Maar er zijn heel veel soorten.
Matty Berg, Jan van Duinen, Frans Janssens en Roel van Bezouw bedankt voor de hulp bij het determineren.
Een geweldige site over
springstaartjes is de site van Frans
Janssens.
Jan
van Duinen heeft enkele heel interessante pagina's op zijn site
over springstaartjes.
Nu ook een prachtige website over springstaartjes van Marie
Huskens.
Springstaarten met ronde vormen:
Deuterosminthurus
bicinctus. Familie Bourletiellidae. Klasse springstaarten (Collembola).
Deuterosminthurus bicinctus is kleiner dan een mm. Goed te herkennen door de twee donkere vlekken op de rug. Ze kunnen ook helemaal geel zijn en dan wordt het lastiger om ze te determineren
(D. bicinctus forma flavus). De andere twee soorten in Nederland zijn Deuterosminthurus pallipes en Deuterosminthurus
sulphureus. De springstaarten op de foto zaten in grote aantallen in een Forsythia. Foto 12-5-2018. |
..
.
Dicyrtomina
saundersi. Familie Dicyrtomidae. Klasse springstaarten (Collembola).
Dicyrtomina saundersi wordt gekenmerkt de antenne waarin de kleur duidelijk verandert van licht naar donker bij de overgang van het 2e naar 3e segment. Bij de lichte springstaarten kan het eerste deel van de antenne licht zijn. Bij de donkere springstaart op de foto rechts is dat niet zo. Op zijn achterkant is een vlek, die er uitziet als een kruis met dwarsbalken. Linksonder op de foto zie een nimf van een Vertagopus
arboreus. Foto's 7-3-2011, 3-2-2014.
|
..
Dicyrtomina ornata. Familie Dicyrtomidae. Klasse springstaaarten (Collembola).
Dit springstaartje lijkt op de D. saundersi. maar de antennes hebben één kleur. (soms is het eerste deel lichter) De vlek op de achterkant is minder duidelijk getekend. Dit is de bovenste van de twee. Het onderste springstaartje is hoogstwaarschijnlijk een lichte Dicyrtoma
fusca. Foto's 7-3-2011.
|
..
Dicyrtoma
fusca. Familie Dicyrtomidae. Klasse springstaarten (Collembola).
Dit springstaartje is minder getekend dan de bovenste twee. Ze hebben een kort vierde
antenneleedje. ( Een kenmerk van Dictyrtoma). Foto's 7-3-2011. |
Sminthurinus lawrencei. Familie Katiannidae. Klasse springstaarten (Collembola).
Sminthurinus lawrencei wordt 1,0 mm lang en is volledig zwart van kleur
met een klein vlekje boven de ogen. Ik dacht eerst aan Sminthurinus niger, die
ook een witte vlek bij de
ogen heeft, die echter groter en duidelijker is. Maar door Roel van Bezouw
gedetermineerd als Sminthurinus lawrencei. Foto 1-12-2017.
Soorten in Nederland: Sminthurinus albifrons, Sminthurinus alpinus, Sminthurinus aureus, Sminthurinus bimaculatus, Sminthurinus domesticus, Sminthurinus elegans, Sminthurinus henshawi, Sminthurinus igniceps, Sminthurinus lawrencei, Sminthurinus niger, Sminthurinus reticulatus, Sminthurinus trinotatus |
..
Sminthurinus
. Familie Katiannidae. Klasse springstaarten (Collembola).
Sminthurinus elegans wordt tot 1,0 mm lang. Deze was kleiner als je hem
vergelijkt met de Drymus van ongeveer 4 mm op de foto. Ik zag hem pas toen
ik de foto bekeek Sminthurinus elegans heeft 4 donkere
lengtestrepen. Foto 23-3-2019. |
..
Allacma
fusca. Familie Sminthuridae. Klasse springstaarten (Collembola).
Na regenbuien kun je veel Allacma fusca's op boomstammen vinden op zoek naar algen. Ik zie ze dan op mijn kasje. Daarop zitten ook algen. Foto's 14-8-2012. |
Langwerpige
springstaarten:
Familie
Entomobryidae.
..
Entomobrya
albocincta. Familie Entomobryidae. Klasse springstaarten (Collembola).
Ongeveer 2 mm. Opvallend is de witte band bij de schouders. op de rug zie je nog een oranje band. De achterkant is ook oranje. Door deze kenmerken is hij moeilijk met een ander springstaartje te verwarren.Foto's 11-3-2012. |
..
Entomobrya nivalis. Familie Entomobryidae. Klasse springstaarten (Collembola).
Meestal is hij olijfgroen, maar hij kan ook geel zijn. Het springstaartje op de foto is ongeveer 2 mm. Foto's 2-12-2011, 21-3-20112.
|
Heteromurus
major. Familie Entomobryidae. Klasse springstaarten (Collembola).
Ongeveer 2 mm. Glanzend bruin met korte antennesegmenten. Bij de rechter antenne ontbreekt een segment. Foto 24-2-2017. |
..
Heteromurus
nitidus. Familie Entomobryidae. Klasse springstaarten (Collembola).
Het lijkt wel een albino. Door het weerkaatsen van het zonlicht ziet hij er iets lichter uit. Hij heeft ook nog twee rode oogjes. (nog net te zien als je de eerste foto vergroot.) Verder is hij herkenbaar aan het gedeelde eerste antennelid. Op de tweede foto zie je hem samen met een jong naaktslakje. Foto's 25-02-2012. |
Lepidocyrtus violaceus of
Lepidocyrtus cyaneus. Familie Entomobryidae. Klasse springstaarten
(Collembola).
Een glanzend lichtblauw springstaartje van ongeveer 1-1,5 mm. Foto 17-2-2014. |
..
Orchesella
cincta. Familie Entomobryidae. Klasse springstaarten (Collembola).
Een wat groter springstaartje. Dit springstaartje is het bovenste stukje van de antenne kwijtgeraakt. De onderste is kleiner en minder duidelijk getekend. Foto's 7-3-2011. |
..
.
Orchesella
villosa. Familie Entomobryidae. Klasse springstaarten (Collembola).
Ongeveer 4 mm. Prachtig getekend. Foto's 20-3-2011, 6-1-20112. |
..
Willowsia
platani. Familie Entomobryidae. Klasse springstaarten (Collembola).
Een klein springstaartje. Hij wandelde over het closetpapier. Ongeveer 3 mm groot. Hoogstwaarschijnlijk meegelift, want hij komt voor in de buurt van platanen. Die staan niet bij ons huis. Foto's 17-7-2011. |
Familie
Isotomidae.
..
Isotoma
viridis. Familie Isotomidae. Klasse springstaarten (Collembola).
Deze is opvallend groen en lijkt op b.v. Isotomurus prasinus, maar er zijn ook donkerder
exemplaren. Isotoma heeft lange haren op alle lichaam segmenten. Niet helemaal zeker, want van alle Isotoma's is alleen Isotoma riparia goed te herkennen vanaf een foto. De andere zijn alleen met zekerheid te determineren aan de hand van de beharing op het spring mechanisme. Foto's 16-2-2014. |
..
Isotomurus
maculatus. Familie Isotomidae. Klasse springstaarten (Collembola).
De lichte vlekken op de rug zijn driehoekig. Deze kleurvorm heet Isotomurus maculatus f.
gervaisi. De gewone vorm heeft een donkere streep in de lengte over de rug, die op elk segment onderbroken is. Foto's 30-1-2018. Foto 2 van een nimf. |
Vertagopus. Familie
Isotomidae. Klasse springstaarten (Collembola).
Er zijn meerdere Vertagopus-soorten, waarvan Vertagopus arboreus en Vertagopus cinerea de meest algemene zijn. De soorten zijn alleen te onderscheiden op basis van microscopische details. Foto 30-12-2011.. |
Familie
Tomoceridae.
..
Tomocerus
minor. Familie Tomoceridae. Klasse springstaarten (Collembola).
Ongeveer 4 mm en heel beweeglijk. Hij lijkt op Tomocerus vulgaris. Hij is wat lichter met minder opvallende ringen. Onder een foto met een jong springstaartje. Veel schubben ontbreken. Foto's 8-2-2018. |
...
Tomocerus vulgaris. Familie Tomoceridae. Klasse springstaarten (Collembola).
Ongeveer 4 mm en heel beweeglijk. Gelukkig bleef hij toch even stil zitten voor de foto. Donker, glanzend in de zon met glimmende ringen. Op 12-12-2011 zag ik een heel licht springstaartje. Het was ook een Tomocerus
vulgaris. Deze was zijn schubben kwijt. Dan verschijnt de lichtgele kleur, die er onder zit. Foto's 19-3-2011, 12-12-2011.
|
Bij waarneming.nl.
kun je, als je lid bent, aan elkaar informatie over dieren
vragen en
waarnemingen doorgeven.
Engels
/ English
Alle subpagina's:
|