Er zijn heel veel soorten in de tuin. 
Kenmerken: Kleine slanke vliegen van 4 tot 12 mm. Van geel tot zwart. Een van de kenmerken is, dat op de vleugels de ader M1 recht is en de anaalader lang is en tot de vleugelrand loopt.
Vaak zijn ze vanaf een foto niet verder te determineren. Als je denkt: "Toch wel knap, dat hij ze herkend heeft." Helaas. Dat heeft Joke van Erkelens voor me gedaan. 
De larven zijn planteneters of ze leven van organisch afval. Sommige zijn mineerders.

1, 2, 3 / 1, 2, 3, 4 = dorsal central haren.

Verschil bloemvliegen (Anthomyiidae) en Echte Vliegen, huisvliegen (Muscidae). De vliegen in deze twee families lijken veel op elkaar. Een belangrijk verschil is dat de bloemvliegen op scutum nooit meer dan drie dorsal central haren hebben, terwijl de echte vliegen drie tot vier dorsal central haren hebben.                  

Toen ik er op waarneming naar vroeg, kreeg ik de volgende informatie van Joke van Erkelens:Als eerste kunnen we zien dat er bovenaan de kop, de ogen bijna tegen elkaar aan staan en er dus geen bredere ruimte is tussen de ogen.
Nou hebben de Zaphne soorten die lang behaard zijn aan de onderkant van de abdomen, allemaal een bredere ruimte zitten tussen de ogen.
Verder is de beharing onderaan de abdomen erg verspreid en niet geclusterd tot een bos haren en zien we meerdere bruinige strepen lopen op de thorax, waarvan er twee lopen langs de dorsal central haren.
Dit alles tezamen genomen denk ik nu meer aan Delia.
Er is een groepje Delia soorten met zeer lange beharing onderaan de abdomen:
Delia criniventris (bekend in Nederland, maar daarbij zijn de tibia gelig/bruin van kleur)
Delia penicillosa (niet bekend in Nederland en heeft in zijn geheel donkere poten en staat bekend als een lokaal veel voorkomende vlieg in duinlandschap)
Delia penicillaris (niet bekend in Nederland, heeft ook donkere poten en is niet veel over bekend)
 
Dus ja.......dan zou je haast gaan denken aan de Delia penicillosa.
Maar ik kom alleen met deze foto's niet verder en zou eigenlijk het vliegje moeten hebben.
Misschien lukt het je nog om hem weer te spotten en eventueel in een potje te vangen.
 
Zou leuk zijn natuurlijk!...... Tot nu toe heb ik hem niet meer gezien. Als je hem ziet in de duinen dan...........    

.

De verschillen zijn echter heel klein met Anthomyia pluvialis / Anthomyia parva Kabos   A. pluvialis heeft twee namen. De eerste is de oudste naam.  
Pluvialis betekent regen:  Hij schijnt te dansen voordat het gaat regenen. Eitjes op rottend materiaal.  De Limnophora tigrina Familie Echte Vliegen (Muscidae) lijkt er een beetje op. Foto's 28-5-2010, 19-5-2010, 4-4-2011   
Joke van Erkelens: A. pluvialis heeft de zwarte vlek net boven het begin van de vleugel los van de grotere vlek erboven. Bij A. procellaris zijn die twee vlekken samengesmolten als het ware. De hindtibia van A. procellaris met ongeveer 5 - 9 dorsal haren.   

.

De vrouwtjes zijn beter herkenbaar dan de mannetjes. Die zijn glanzend donker grijs. Maar dat zijn de mannetjes van veel andere bloemvliegen ook. De vlieg op de foto's kan een Botanophila fugax zijn. De haren op de poten kloppen, maar het is beslist niet zeker!!!  

    Foto's mannetje 14-4-2013 en 4-9-2012.

In de bloemen Jakobskruiskruid zie je vaak schuimkopjes. Daarin zijn eitjes gelegd. Dit keer zag ik er een vlieg bij. Vanaf een foto was hij niet goed te determineren. Maar de kans is groot, dat deze vlieg de eitjes heeft gelegd.

Ik heb een paar bloemhoofdjes naar Joke van Erkelens gestuurd, die geprobeerd heeft om de larven, die er inmiddels in zaten, in huis te laten verpoppen. Dat is niet makkelijk, want ze overwinteren als pop. De poppen mogen niet te warm liggen, niet te vochtig, niet te droog. 
Er is in ieder geval dit jaar (2013) een vlieg uitgekomen (man). Aan de genitaliën, kon ze zien, dat het een Botanophila seneciella was. Vandaar dat ik deze naam bij dit vliegje heb gezet.

Foto's 36-7-2012. Hier meer informatie  

Hylemya nigrimana en Hylemya vagans lijken heel veel op elkaar.   

.

Op de foto zitten ze op de bloemen van een wilg. Daar kun je deze vliegjes in het voorjaar vinden. De meeste Egle soorten zijn heel klein. Ze hebben lange palpen en een vooruitstekende onderkant van de kop. Vooral de mannetjes. Maar dat is natuurlijk niet te zien als je ze op de wilg ziet. Er zijn ook iets grotere soorten.
Veel Egles zijn vanaf een foto niet te determineren. De larven zijn te vinden in de zaaddozen van de wilg. Ze verpoppen in de grond. Er zijn nu 10 soorten bekend in Nederland. Foto's 31-3-2014.

Veel Lasiomma soorten zijn niet of moeilijk vanaf een foto te determineren. Hier een voorbeeld.  Foto 7-3-2011.

.
Lasiomma seminitidum. Onderfamilie Anthomyiinae. Onderfamilie Anthomyiinae. Familie Bloemenvliegen (Anthomyiidae). 

Lasiomma seminitidum en Lasiomma anthomyinum lijken veel op elkaar. Maar van deze vliegen is het zeker, dat het een Lasiomma seminitidum is. (Bedankt Joke) Links het mannetje (foto 19-3-2011) en rechts het vrouwtje. (foto 7-3-2011)

Deze vlieg heeft oranje poten. Het onderste deel van de poten is donker. De abdomen zijn ook oranje. De thorax is grijs met donkere strepen. Voor een bloemvlieg is hij vrij groot. Ongeveer 8, 9 mm lang. De arista is behaard. Zie detailfoto.
De larven van M. testacea leven in paddenstoelen. Maar ze zijn ook gevonden in ander organisch materiaal. Of ze daar ook leven of dat ze daar vanuit de paddestoel zijn gekomen, is niet helemaal duidelijk.
Foto's 15-2-2012. Gevonden in de bijkeuken. Ik weet niet of het een overwinterende vlieg is of dat hij bij de planten, die er staan is uitgekomen. Hierna heb ik ze februari, maart nog enkele keren gezien.
Hij lijkt veel op enkele Pegomya soorten. Volgens Joke van Erkelens: Als bij Anthomyiidae de abdomen en poten geel zijn, dan kun je denken aan twee geslachten: Pegomya en Mycophaga. Pegomya heeft de arista nooit lang behaard. (in principe kaal of minuscule kleine haartjes) Mycophaga heeft de arista wel lang behaard. (althans redelijk vol behaard) Dus.....Anthomyiidae met geheel gele abdomen + gele poten + arista lang behaard = Mycophaga. Nu heb je maar één soort binnen het geslacht Mycophaga en dat is Mycophaga testacea
  

Pegomya spec. Tribus Pegomyini. Onderfamilie Pegomyinae. Familie Bloemenvliegen (Anthomyiidae).

De larven schijnen schuimkopjes op Jakobskruiskruid te veroorzaken. Maar in 2013 bleek dat het in 2012 door een andere vlieg was veroorzaakt. Namelijk door een Botanophila seneciella. Foto 22-8-2008.
   

.

In de klimop. Een kleine vlieg, want de knoppen van de klimop zijn 4 mm breed. Het was een beetje nevelig. Daarom zijn de foto's niet zo scherp. Foto's 29-9-2010.  In 2011 heb ik nog enkele foto's gemaakt.

Mogelijk Pegomya bicolor of Pegomya solennis. Om dat te zien, heb je  een goed zicht nodig op de lengte van de prealar en de kleur van de palpen. Deze soorten komen veel voor en zijn bladmineerders. Maar er zijn meer soorten, die er op lijken. Die mineren op paddestoelen. Met dank aan Joke van Erkelens. 

  Foto's 4-11-2011.

-0-0-0-