Engels
/ English
Subpagina vliegen: Sluipvliegen
(Tachinidae) Vleesvliegen
(Calliphoridae) Echte
Vliegen, Huisvliegen (Muscidae)
Wapenvliegen
(Stratiomyidae)
Bloemvliegen
(Anthomyiidae)
Kleine
vliegen Muggen
Zweefvliegen, Syrphidae
Zweefvliegen. (Syrphidae) Zweefvliegen bootsen wespen, bijen of
hommels na, terwijl ze volkomen weerloos zijn. Ze hebben de zelfde felle
kleuren en soms de beharing van hommels. Ze hebben echter korte
antennes.
Ze hebben twee vleugels i.p.v. de vier, die hommels wespen en bijen hebben. Ze zijn daardoor
heel wendbaar en kunnen ook stil in de lucht hangen. Daar hebben ze ook
hun naam aan te danken. De achtervleugels zijn net als bij andere vliegen
gereduceerd tot haltertjes.
Het verschil met andere vliegen kun je zien door een ader (vera spuria),
die een eindje van de basis begint en voor de rand van de vleugel eindigt.
Cel 2 is gesloten. De gesloten cel 4 is langer of gelijk aan eenderde van
de vleugellengte.
De Antenneborstel is steeds zijdelings op het
derde antennelid ingeplant (en niet op het einde van de top).
Op het borststuk staan geen lange, dikke haren (borstels).
...
Vleugel van een Variabel
Elfje (Meliscaeva auricollis).
Antenne van een Stadsreus (Volucella zonaria).
Vleugel:
1, 2, 3, 4: vleugelcellen (gesloten)
a: vena spuria of valse ader
b: stigma of vleugelvlekje
c: dwarsader
d: randader |
Antenne:
1: Derde antennelid (de andere twee zijn op deze foto niet te zien.
2: Antenneborstel
|
Bij veel soorten (niet alle) staan de ogen van het vrouwtje op de kop
een stukje uit elkaar, terwijl ze bij de mannetjes tegen elkaar aan staan.
Alle mannetjes hebben een asymmetrische knobbel op hun
achterlijfspunt, terwijl de vrouwtjes een spitse symmetrische
achterlijfspunt hebben.
Uitzonderingen:
Geen vena spuria: Eristalinus sepulchralis en Psilota anthracina.
Antenneborstel op het einde: Geslachten Callicera en Ceriana
Toch borstels: Geslacht Ferdinandea. Minder opvallend bij de geslachten
Volucella, Cheilosia, Brachyopa en Chamaesyrphus. (Informatie
uit: Zweefvliegtabel van Aat Barendregt)
|
Hier heb ik de zweefvliegen, die op wespen lijken
geplaatst. Het is niet steeds even duidelijk. Want ik wil de soorten bij elkaar
houden, maar alles op één pagina is te veel. Vandaar deze indeling. De zweefvliegen, die op bijen, hommels lijken en andere
zweefvliegen (bijvoorbeeld de donkere zweefvliegen) staan op zweefvliegen
1
Episyrphus.
..
.
.
.
Pyjamavlieg, Snorzweefvlieg (Episyrphus
balteatus). Genus: Episyrphus. Familie zweefvliegen (Syrphidae).
Ik zie ze veel in de tuin. Ook bij minder goed weer zie je ze rondvliegen.
Vele vliegen in de herfst naar Zuid-Europa. Er zijn ook vrouwtjes, die
overwinteren. Al vroeg in het voorjaar komen die te voorschijn.
Later komen er ook zweefvliegen vanuit het zuiden. Het is in heel
Nederland een zeer algemene zweefvlieg.
De bandjes op ieder segment zijn karakteristiek. In de brede, oranje
banden zie je meestal een patroon van een "zwart snorretje". Verder is hij variabel. In de herfst vliegen er ook veel donkerder
pyjamavliegen. (Dat komt doordat het verpoppen langer duurt)
De larven eten bladluizen. Daar worden ook de eitjes gelegd.
Lengte: 8 tot 12 millimeter. Maart.- november.
Van het genus Episyrphus komt in Europa alleen deze soort voor.
Palearctisch, oriëntaals en Australisch.
Hier zijn de bandjes niet te zien. Zelfs geen
snorretje.
|
Foto 11-6-2014. Een pop van een Pyjamavlieg, Snorzweefvlieg (Episyrphus
balteatus). Er is op 18-6-2014 een mooie snorzweefvlieg uit gekomen. Maar
de poppen van andere zweefvliegen kunnen er natuurlijk ook zo
uitzien.
|
Larve zweefvlieg.
Foto 7-3-2009. Dit is een larve van een zweefvlieg. Ik vond er
die dag twee tussen de bladeren. Er valt nog heel wat te ontdekken wat betreft de
larven van zweefvliegen. Heel misschien is het een larve van een Pyjamavlieg, Snorzweefvlieg (Episyrphus
balteatus). Maar dat is beslist niet zeker. Het is er een, die zich voedt
met bladluizen. |
Sericomyia.
..
.
.
Gele veenzweefvlieg (Sericomyia silentis). Genus:
Sericomyia. Familie zweefvliegen (Syrphidae).
Een forse zwarte zweefvlieg met gele streepjesparen,
die niet tot de zijnaad komen. De punt van het achterlijf is geel. De
vleugels hebben een rozebruin getinte voorrand.
In veengebieden is hij soms talrijk, maar
hij komt ook daarbuiten voor. Zoals in mijn tuin.
De larven leven net als die van bijv. Eristalis in het water.
Lengte: 14-18 mm.
Mei - oktober. |
Pendelvliegen (Helophilus).
Larven zijn rattenstaartlarven. Ze leven in het water, vaak in rottend planten.
..
.
.
Gewone pendelvlieg (Helophilus pendulus). Genus:
Helophilus. Familie zweefvliegen (Syrphidae).
Een van de meest voorkomende zweefvliegen in mijn tuin.
Je vindt hem vooral bij water en moerassen.
Lengte: 11 tot 13 millimeter.
April - oktober.
Opvallend zijn de lengtestrepen.
Je hebt meer Helophilus soorten, die op deze vlieg lijken. Bijvoorbeeld
de Helophilus hybridus en H. trivittatus (Citroenzweefvlieg).
De gewone pendelvlieg heeft een zwarte middenstreep op het gezicht. Bij
de achterpoot is de dij voor 1/3 geel aan de top en de scheen voor
2/3 geel met een zwarte top. Een zwarte voortars.
Op de eerste twee
achterlijfsegmenten zijn gele oranjegele vlekken.
Bij dit
geslacht geldt het wel of niet raken van de ogen weer niet om het geslacht
te bepalen. bij de kleine foto kun je aan de achterlijfspunt te zien dan
het een mannetje is. |
..
.
.
Citroenpendelvlieg (
Helophilus trivittatus). Genus: Helophilus. Familie zweefvliegen (Syrphidae).
Een forse, wespachtige zweefvlieg met zwart-witte
lengtestrepen op de borststukrug. Hij is wat groter dan de Gewone
pendelvlieg (Helophilus pendulus).
Op de eerste twee
achterlijfsegmenten zijn citroengele vlekken. De vlekken daaronder zijn
meer wit.
Het gezicht heeft een gele middenstreep.
De vlieg leeft van de nectar van bloemen.
Lengte: 14 - 18 mm.
April - oktober.
|
..
.
.
Moeraspendelvlieg (Helophilus
hybridus). Genus: Helophilus. Familie zweefvliegen (Syrphidae).
Ook deze pendelvlieg is groter dan de Gewone
pendelvlieg (Helophilus pendulus).
Op de eerste twee
achterlijfsegmenten zijn gele vlekken.
Het gezicht heeft een zwarte middenstreep. Bij het mannetje is de
achterrand van de rugplaatjes geel. Bij het vrouwtje is er een zwarte
achterrand op de rugplaatjes (die lijkt meer op de gewone pendelvlieg) Van
de achterpoot is de dij en scheen voor een groot deel zwart.(Top dij is
geel, scheen 1/3 geel) Een zwarte voortars.
De vlieg leeft van de nectar van bloemen.
Lengte: 13 - 16 mm..
April - oktober.
Foto's 18-8-2010. |
Fluweelzweefvliegen (Parhelophilus)
..
.
.
Gewone fluweelzweefvlieg
(Parhelophilus versicolor) of Bosfluweelzweefvlieg (Parhelophilus
frutetorum). Genus Parhelophilus. Familie zweefvliegen (Syrphidae). Niet in de tuin, maar in de duinen ongeveer 4 km van
ons huis. Ik heb hem één keer in de tuin gezien, maar kon toen helaas
geen foto maken.
Beide soorten lijken heel veel op elkaar. De
tekening lijkt op die van de pendelvlieg. Alleen meer oranjebruin en
behaarder. De antennes
zijn oranje. Het gezicht is oranjegeel.
De larven leven onder water in de modder. Ze overwinteren als larve en
verpoppen boven water op de moerasplanten.
Gewone fluweelzweefvlieg: Op
de kop achter het oog zijn tussen de gele haren ook enkele zwarte
haren.
Lengte: 9-11 mm. Mei - september.
Bosfluweelzweefvlieg: Op de kop achter het oog zijn alleen gele
haren.
Lengte: 8 - 10 mm. Mei - augustus. De bosfluweelzweefvlieg is minder
algemeen. Foto's 5-7-2013.
|
..
Gewone fluweelzweefvlieg
(Parhelophilus versicolor). Genus Parhelophilus. Familie zweefvliegen (Syrphidae).
Eindelijk een Parhelophilus versicolor in de tuin
gefotografeerd! Foto's 22-6-2024.
|
Waterzweefvliegen (Anasimyia).
..
.
Bokserwaterzweefvlieg
(Anasimyia interpuncta). Genus: Anasimyia. Familie zweefvliegen (Syrphidae).
Hij lijkt wat op de pendelvlieg (Helophilus). Hij is niet zo fel gekleurd
en kleiner.
De vlekken op het lijf zijn gebogen. Het gezicht heeft geen middenstreep.
Lengte: 8 - 11 mm.
De larven leven in het water in rottend plantaardig materiaal.
April - september. De larven overwinteren. Palearctisch. Foto's 25-9-2012. |
Fopwespen (Chrysotoxum).
..
.
Stipfopwesp (Chrysotoxum festivum). Genus:
Chrysotoxum. Familie zweefvliegen (Syrphidae).
Fopwesp. Deze zweefvlieg heeft ook nog lange antennes, waardoor je je snel
vergist.
Bij de Stipfopwesp zijn de dijen 1 en 2 helemaal geel. Hij lijkt sprekend op de
Streepfopwesp (Chrysotoxum vernale). Bij deze vlieg zijn de dijen aan de
basis zwart.
Palearctisch. April-september.
Lengte 11-15 mm. Foto 11-6-2012. |
Fopblaaskop (Ceriana).
Normale fopblaaskop (Ceriana conopsoides). Genus:
Ceriana. Familie zweefvliegen (Syrphidae).
Net als Chrysotoxum met lange antennes. Er is nog een zeer zeldzame soort
in nederland de Kleine fopblaaskop (Ceriana vespiformis). Larven in
boomwonden. Bekend van iep en populier. Vooral in zuidelijk deel van
Europa. Was in Nederland zelzaam, maar is nu algmener. In 2023 voor het
eerst gezien in de tuin.
Palearctisch. April-augustus.
Lengte 11-14 mm. Foto 12-7-2023. |
Wespvliegen (Temnostoma).
Donkere wespvlieg (Temnostoma bombylans). Genus:
Temnostoma. Familie zweefvliegen (Syrphidae).
Een zwart achterlijf met dunne gele banden. Hij lijkt op de fopwesp, maar
heeft veel kleinere lichte antennes. Bovenste deel van de poten is donker,
het onderste gedeelte is licht bruin.
De larven zijn te vinden in oude stobben en boomstammen, die vaak
verzadigd zijn met water.
Palearctisch. April-juni.
Lengte 12-16 mm. Foto 31-5-2014. |
Citroenzweefvliegen (Xanthogramma).
Bandzwevers (Syrphus).
..
Kleine Bandzwever, kleine bandzweefvlieg (Syrphus
vitripennis). Vrouwtje Genus: Syrphus. Familie zweefvliegen (Syrphidae).
De ogen zijn onbehaard. De
dijen van de achterpoot zijn gedeeltelijk donker.
Op de top van dij drie aan buitenzijde heel kleine gele haartjes.
Soms zitten daar een paar zwarte haartjes tussen. Maar om dat te zien heb je een microscoop
nodig of een heel goed fototoestel. Ik heb het hier in beeld proberen te
brengen. Bij enkele vliegen mislukte het, omdat ze op een gele bloem zaten.
Lengte: 8 tot 12 mm. Maart - november.
Detail dij achterpoot en ogen.
Foto's 3-10-2013. |
Dit is het mannetje Bessenbandzwever,
bessenbandzweefvlieg
(Syrphus ribesii), Bosbandzwever, bosbandzweefvlieg (Syrphus torvus) of Kleine
Bandzwever, kleine bandzweefvlieg (Syrphus vitripennis) |
De bandzweefvliegen (Syrphus) lijken op enkele
bandzweefvliegen (Epistrophe) die staan op zweefvliegen
pagina 1.
Roetneusjes (Parasyrphus).
..
.
.
Gevlekt Roetneusje (Parasyrphus
punctulatus). Genus: Parasyrphus. Familie
zweefvliegen (Syrphidae).
De halfronde vlekken op de rug gaan over de
zijnaad. Het borststuk is dof. Bij het vrouwtje zijn de vlekken wat
smaller.
Over het gezicht loopt een zwarte streep.
Lengte 6 - 9 mm.
April - juni.
Verspreiding: Palearctisch. De larven eten bladluizen. |
Kommazwevers (Eupeodes).
Gele Kommazwever (Eupeodes
latifasciatus). Genus: Eupeodes.
Familie zweefvliegen (Syrphidae).
Brede banden, zelden smal. Bij het mannetje zijn de vlekken vaak breed
verbonden. De rug van de gele is meer groenglanzend. Een glimmend voorhoofd. Ogen niet
behaard.
Terrasjeszwever (Eupeodes corollae) lijkt er ook op. Maar daar lopen de komma's / banden
aan de zijkant door.
Lengte: 8 - 10 mm.
April - Oktober. Foto 18-9-2015.
|
..
.
Boogkommazweefvlieg (Lapposyrphus lapponicus
synoniem Eupeodes lapponicus). Genus: Lapposyrphus, vroeger Eupeodes. Familie zweefvliegen (Syrphidae).
Kenmerken: Achterlijf met (vaak smalle) gekromde vlekkenparen. Ader 3 in de vleugel met een diepe bocht. (verschil met de andere Eupeodes soorten). Door de ader is hij ook wel bij Scaeva ondergebracht. De vlekken lijken op die van de Scaeva selenitica. Anderen hadden hem onder gebracht in het genus Lapposyrphus.
Ogen niet behaard.
De vrouwtjes overwinteren. Daarom kunnen ze na een zachte winter talrijker zijn. In ons land is het overwinteren nog niet vastgesteld. Veel vliegen in ons land zijn hier gekomen door migratie.
Lengte: 9 - 12 mm. April - augustus. De larven eten bladluizen. Holarctisch. Foto's 6-05-2014, 19-6-2014. |
Halvemaanzweefvliegen (Scaeva).
..
.
.
Witte halvemaanzweefvlieg (Scaeva pyrastri). Genus:
Scaeva. Familie zweefvliegen (Syrphidae).
Kleine foto's 29-7-2008: Ik probeerde hem al een paar dagen zonder
succes goed op de foto te zetten. Toen mijn vrouw een hebe in een
pot wilde zetten, bleef er eentje in de lucht wachten tot ze klaar was en
was daarna niet meer bij de bloem weg te krijgen.
Hij lijkt wel wat op een kommazwever. Zwart met witte, soms enigszins gele vlekken, die
scheef op het lichaam staan.
Bij de gele halvemaanzwever staan ze recht. Behaarde ogen.
Lengte: 10 - 15 mm.
April - oktober.
De Halvemaanzwever overwintert vaak als volwassen vlieg.
De lichtgroene larve eet bladluizen. Holarctisch en oriëntaals. |
..
.
Gele Halvemaanzweefvlieg (Scaeva
selenitica). Genus: Scaeva. Familie zweefvliegen (Syrphidae).
Het verschil met de Witte halvemaanzwever is, dat
de vlekken gelig (soms toch wittig) zijn en dat de vlekken recht op het
achterlijf liggen.
Hij lijkt ook op de kommazwever. De Gele Halvemaanvlieg heeft echter
behaarde ogen.
Het voorhoofd ziet er in zijaanzicht gezwollen uit.
Lengte: 10 - 15 mm.
Februari - November.
De lichtgroene larve eet bladluizen. Palearctisch.
Foto's 7-6-2009, 4-6-2012. |
..
.
Zuidelijke Gele Halvemaanzweefvlieg (Scaeva
dignota). Genus: Scaeva. Familie zweefvliegen (Syrphidae). Hoogstwaarschijnlijk, niet helemaal zeker!! Heel
zeldzaam!!
Ik dacht, dat het een Zuidelijke was. Menno
Reemer wees me er op, dat het hoogstwaarschijnlijk een Zuidelijke Gele
Halvemaanzweefvlieg was. In Nederland is hij heel zeldzaam. Bedankt Menno!
Het verschil met de Gele halvemaanzwever is, dat
de vlekken over de zijnaad lopen. De vlekken zijn vaak iets bleker en
breder. Het voorhoofd is wat minder gezwollen.
Hij is een enkele keer in het zuiden van Nederland gevonden. (En een keer
een larve in Amsterdam) Een larve kan met een plant zijn meegereisd,
maar volgens Menno Reemer kunnen ze 's zomers grote afstanden afleggen.
Lengte: 10 - 15 mm. April - augustus.
De larve eet bladluizen. Palearctisch. Foto's 13-6-2012. |
Wimperzwevers (Dasysyrphus).
..
.
.
Vrouw.
Man. Bretel wimperzweefvlieg
(Dasysyrphus albostriatus). Genus: Dasysyrphus.
Familie zweefvliegen (Syrphidae).
Een zwart zweefvliegje met gele schuine
vlekken. Verder herkenbaar aan de twee witte bestuivingsstreepjes voor op
de borststukrug.
Bossen en bosranden
Lengte: 8 - 10 mm.
April - oktober. Twee generaties.
De larve eet bladluizen.
Palearctisch (van Europa, Noord-Afrika tot in Japan).
Foto's 6-9-2009, 4-8-2010, 22-5-2013. |
..
.
Zwartsprietwimperzweefvlieg (Dasysyrphus pinastri). Genus:
Dasysyrphus. Familie zweefvliegen (Syrphidae).
Niet in de tuin, maar in de duinen ongeveer 4 km van
ons huis.
De vlekken lijken op die van een halvemaanzwever.
Vlekken met een verdikt uiteinde. De vlekken gaan niet over de zijnaad.
Het donkerbruine scutellum is zwart behaard.
Vooral bij naaldbos.
Lengte: 9 - 11 mm.
April - juli.
De larve eet bladluizen.
Holarctisch. Foto's 18-6-2013. |
Deze groep zweefvliegen is te herkennen aan de voorpoot. De tarsus van
de voorpoten van deze soort is verbreed.
Man. Iepenschaduwplatvoetje Platycheirus splendidus Familie zweefvliegen
(Syrphidae). Foto 4-6-2011, Jaap van der Linden bedankt voor de
determinatie.
.
Vrouw Platvoetje (Platycheirus scutatus complex). Genus:
Platycheirus. Familie zweefvliegen (Syrphidae).
Complex: Een aantal soorten van dezelfde familie.
P. scutatus, P. splendidus, P. aurolateralis,.....
Vanaf deze foto was niet het precieze soort vast
te stellen. Foto's 6-9-2012. |
..
.
.
Micaplatvoetje
(Platycheirus albimanus).
Genus: Platycheirus. Familie
zweefvliegen (Syrphidae).
Ze komen voor bij bosranden en struwelen en
tuinen. Op het achterlijf zilverachtige (micakleurig) of gelige vlekken.
Gezicht is bestoven.
De larven schijnen zich met bladluizen te voeden
op laag groeiende planten en struiken. Lengte: 7 - 9 mm.
Maart - oktober. |
Krulhaarplatvoetje
(Platycheirus ambiguus).
Genus: Platycheirus. vrouwtje.
Een zeldzame soort!!
Twee jaar later fotografeerde ik het vrouwtje.
Net als het mannetje lijkt ze op het micaplatvoetje. Het vrouwtje heeft
brede blauwglanzende banden, maar ze zijn bijna niet te zien op het zwarte
achterlichaam.
Foto's 28-4-2013. Bedankt Menno. |
..
Zorroplatvoetje
(Platycheirus europaeus).
Genus: Platycheirus. Familie
zweefvliegen (Syrphidae).
Niet in de tuin, maar in de duinen ongeveer 4 km van
ons huis.
Zorro: De zwarte tekening op het eerste lid van tars 1
op de voorpoot van het mannetje heeft de vorm van een zwarte Z. Op de
abdomen oranje vlekken. Hij lijkt veel op Platycheirus clypeatus en
Platycheirus occultus. Vooral het vrouwtje is wat smaller en de vlekken
zijn iets kleiner.
Volgens Jaap van der Linden: Op de bovenste foto zie je dat de bestuiving achter het oog niet doorloopt achter de puntoogjes en ook het lange achterlijf met kleine grijs-oranje vlekken klopt.
Bedankt Jaap.
Graslanden in de buurt van bossen, bosranden, bospoeltjes. Het volwassen
platvoetje bezoekt bloeiende grassen, weegbree en grootbloemige muur.
De larven voeden zich met bladluizen.
Lengte: 7 - 9 mm.
Mei - augustus. Foto's 15-7-2013.
|
Bijlsprietjes (Pelecocera).
Eén soort in Nederland, twee soorten in Europa.
..
.
Bijlsprietje (Pelecocera
tricincta). Genus: Pelecocera. Familie
zweefvliegen (Syrphidae).
Niet in de tuin, maar in de duinen ongeveer 4 km van
ons huis.
Op een boterbloem. Opvallend zijn de bijlvormige antennes met een dikke
sprietborstel. Bij het mannetje is er ook afstand tussen de ogen.
Hij komt voor op zandgronden, heide, voedselarm grasland, langs bosranden,
zoals hier in de duinen.
Over de larven is weinig bekend.
Lengte: 4 - 5 mm.
Juni - september. Foto's 18-6-2013.
|
Heidedwergen Soms wordt deze groep gezien als synoniem van de Bijlsprietjes, Pelecocera. Er
zijn inderdaad veel overeenkomsten.
..
Duinheidedwerg (Pelecocera lusitanica
syn. Chamaesyrphus
lusitanicus). Genus: Chamaesyrphus.
Familie zweefvliegen (Syrphidae).
Niet in de tuin, maar in de duinen ongeveer 4 km van
ons huis.
Een zeldzame soort!!
Er zijn nog twee soorten, die veel zeldzamer zijn
en waarvan al jaren geen waarnemingen zijn geweest in Nederland. Namelijk
De verdwenen heidedwerg (Chamaesyrphus caldonicus) en de Gele
heidedwerg (Chamaesyrphus scaevoides).
Een klein, slank vliegje met een bijlvormig derde antennelid, (net als het
bijlsprietje). Op de abdomen zijn roodbruine vlekken, het voorhoofd boven
de antennes is bestoven. Bij het mannetje is er ook afstand tussen de
ogen. De meeste waarnemingen zijn in de Veluwe en in de duinen bij Schoorl
(niet ver bij mij vandaan). Vooral langs dennenbosranden en
heide.
Over de larven is weinig bekend.
Lengte: 5 - 6 mm.
April - oktober. Twee generaties.
Europa. Foto's 7-10-2013.
|
Driehoekszweefvliegen (Melanstoma).
..
.
Gewone driehoekzweefvlieg (Melanostoma mellinum). Genus:
Melanstoma. Familie zweefvliegen (Syrphidae).
Een ander verschil is, is dat het voorhoofd glimmend is, terwijl het gezicht van een Slanke driehoekzweefvlieg bestoven is. Alleen langs de oogrand zie je een klein beetje grijs. De arista is vrijwel kaal.
De gewone driehoekzweefvlieg is in onze tuin veel minder algemeen dan de slanke driehoekzweefvlieg. Deze zweefvlieg zag ik eind november. Het was heel slecht weer geweest. Misschien is daardoor de thorax beschadigd. (deuk)
Lengte 5 - 8 mm. April - november. De larve overwintert.
De larve eet hoogstwaarschijnlijk bladluizen en andere kleine ongewervelden. Foto's 30-9-2012, 3-10-2013. |
Xanthandrus.
..
.
.
Platte zwever (Xanthandrus comtus). Genus:
Xanthandrus. Familie zweefvliegen (Syrphidae).
Het heeft een breed en plat achterlijf met oranje
vlekken. Bij de man zijn de vlekken op rugplaatje 3 en 4 verbonden. Bij de
vrouw zijn ze los van elkaar en ontbreken de vlekken op rugplaatje 2. Verder is het een donkere zweefvlieg. Ze zijn vooral te vinden aan de rand van bossen.
De larven schijnen rupsen van micromotten te eten (stippelmotten
of spinselmotten, yponomeutid en bladrollers, tortricid).
Lengte: 10 - 12 mm.
Mei - november. |
Elfjes.
Elfjes zijn slanke zweefvliegen. Ze zijn vrij klein. Er zijn drie genera: Melangyna, Meligramma en Meliscaeva. De larven leven van bladluizen.
..
.
.
Spits Elfje (Fagisyrphus cinctus
syn. Melangyna cincta). Genus
Melangyna. Familie zweefvliegen (Syrphidae).
Kenmerken: Op rugplaatje 2 hebben de driehoekige vlekken de punt naar de
binnenzijde. Een geel schildje met gele haren en gele antennes. Lengte: 8 - 10 mm.
Maart - september. |
..
.
.
Wilgenelfje (Melangyna lasiophthalma).
Genus Melangyna. Familie zweefvliegen (Syrphidae).
Kenmerken: Op het achterlijf zijn smalle witgele
tot oranje vlekken. Een donker glimmend borststuk. Bij de man is het
borststuk licht behaard. Een donkergele voorscheen.
Het wilgenelfje bezoekt de bloemen van vroegbloeiende struiken als wilg en
sleedoorn.
Lengte 8 - 10 mm.
Maart - juni.
Grote delen van Europa, Noord Amerika.
Foto 20-3-2011. De eerste voor mij nieuwe
zweefvlieg, die ik dit jaar in de tuin zag. Hij zat in het zonnetje op het
kozijn bij het raam. Laatste foto: 15-3-2012.
Het wilgenelfje lijkt op het donkere variabele elfje hieronder. Alleen
gaan hier de vlekken over de zijnaad. De vorm van de vlekken is ook
anders. |
..
Driehoekselfje (Meligramma triangulifera).
Genus Meligramma. Familie
zweefvliegen (Syrphidae).
De vlekken op het achterlichaam zijn driehoekig. Daarmee is hij te
verwarren met het variabel elfje, maar bij het driehoekselfje gaan de
vlekken over de zijnaad. Het gele scutellum is geel behaard. De voortarsen
zijn geel. Het borststuk is heel glimmend.
Lengte 8 - 10 mm.
Maart - september. Hoogstwaarschijnlijk twee generaties. Ze overwinteren als larve.
Foto's 14-7-2013. |
Langlijfje (Sphaerophoria)
Het mannetje en vrouwtje verschillen. Het mannetje heeft een langer
slank lichaam, dat op een stokje lijkt. De meeste soorten zijn moeilijk of
niet vanaf een foto te determineren.
Vrouw.
Man. |
Vrouw.
.
.
Man. Groot Langlijfje
(Sphaerophoria scripta). Genus: Sphaerophoria. Familie zweefvliegen (Syrphidae).
Vrouw is niet zeker!!
Bij het mannetje Groot Langlijfje
is het lijfje langer dan de vleugels. Bij andere soorten is dat niet
het geval. De banden zijn geel of geel oranje Het schildje (scutellum) is geel. Vrouwtjes
kun je niet determineren. Je krijgt alleen zekerheid als ze samen met een
mannetje zijn. Vrouwtje is niet helemaal zeker.
Bij het vrouwtje loopt het lichaam
spits toe.
Kleur: zwart met fel gele banden. Fel geel schildje. Gele onderkant en
zijkant.
Er zijn verschillende soorten erg op elkaar lijkende langlijfjes.
Mannetje 10 mm lang, vrouwtje 8 mm.
April - oktober.
De larven eten bladluizen. |
Vrouw.
Man. |
Vrouw.
. Man.
Zandlanglijf (Sphaerophoria batava)
Vroeger Boslanglijfje genoemd.
Is lastig te determineren. Han Endt en Leendert-Jan van der Ent bedankt
voor de hulp.
Bij dit langlijfje is het achterlijf even lang als de vleugels. Het
is een klein langlijf zweefvliegje en komt vaak voor in gemengde bossen en op zandgrond.
April - september. Foto's 25-7-2008, 27-7-08. |
Bladlopers. Genus Brachypalpoides, Chalcosyrphus,
Xylota.
..
.
Bloedrode bladloper
(Brachypalpoides lentus). Genus Brachypalpoides.
Familie zweefvliegen (Syrphidae).
Een forse vlieg. De rode vlek op de rug valt net
als de zwarte poten op.
Lengte 11 - 14 mm.
April - juli.
Loofbossen en zandgrond.
Larve in rottend hout. Foto's 5-6-2012. |
..
.
Korte bladloper
(Chalcosyrphus nemorum). Genus Chalcosyrphus.
Familie zweefvliegen (Syrphidae).
Niet in de tuin maar in de duinen, bij een meertje ongeveer 3 km van mijn huis.
Een zwarte bladloper met een vrij kort achterlijf
als je hem vergelijkt met de andere bladlopers. Op de abdomen 4 gele tot
oranje rechthoekige vlekken.
Lengte 7 - 10 mm.
April - september. Twee generaties.
Vaak in loofbossen in de buurt van
water. De korte bladloper bezoekt ook bloemen.
Larven leven onder de schors van dood hout, dat op een vochtige plek ligt.
Foto's 12-7-2012. |
..
.
Roodpuntbladloper (Chalcosyrphus piger). Genus
Chalcosyrphus. Familie
zweefvliegen (Syrphidae).
Niet in de tuin maar in de duinen ongeveer 3 km van mijn huis.
Zeldzaam, maar wordt in de duinen bij Bergen vaker
gezien.
Het achterlijfje is rood. Helaas is dat op deze
foto niet zichtbaar. De poten zijn zwart, de thorax en scutellum zijn dof
zwart en grof gestippeld. De dijen van de achterpoten zijn vrij dik.
De roodpuntbladloper leeft in vochtige sparrenbossen met een rijke
ondergroei. Je ziet ze zowel op bladeren als op bloemen.
De larve leeft op rotte plekken achter de bast
van dennen en sparren.
Lengte: 11 - 13 mm.
April - september. Holearctisch.
Foto's 26-7-2012, 23-8-2012. Op de laatste foto's is het rode achterlijf
veel beter te zien. |
..
.
.
Gewone rode bladloper (Xylota
segnis).
Genus Xylota.
Familie zweefvliegen (Syrphidae).
Een zweefvlieg, die lijkt op een sluipwesp.
Oranje rood met zwart.
Hij houdt van de honingdauw, die bladluizen afscheiden. Je ziet ze vaak op
bladeren, waar het opzit. Op bloemen zie je minder vaak. Ze komen voor bij bosranden en struwelen. De larve kun je o.a. in rottend hout vinden.
Lengte: 9 - 14 mm. Mogelijk twee generaties.
April - oktober. |
..
.
.
Grote gouden bladloper
(Xylota sylvarum).
Genus Xylota.
Familie zweefvliegen (Syrphidae).
Een forse vlieg. Het eind van het zwarte
achterlijf heeft goudgele haren. De gele schenen hebben een zwarte ring.
Dat is een verschil met de X. xanthocnema. Daar zijn de schenen geel.Deze bladloper bleef wel een uur op ongeveer de
zelfde plek van blad naar blad te vliegen. Dat schijnen ze meer te doen.
Lengte 11 - 16 mm.
Mei - september
Larve in rottend hout. Palearctisch. Foto's 10-7-2012, 3-7-2011. |
Syritta.
..
.
.
Menuetzweefvlieg (Syritta
pipiens). Genus Syritta.
Familie zweefvliegen (Syrphidae).
Klein, slank zweefvliegje. Tijdens het
zweven kan hij zich schokkerig voortbewegen.Je herkent hem makkelijk door de dikke achterdij
en de witte zijkanten van de borstukrug. Aan de onderkant van de dij zie
je een rij stekeltjes. Er is in Nederland maar één soort. Je kunt je dus
niet vergissen. In Europa zijn er drie soorten.
De larve leeft van afval op de bodem of in
composthopen.
Lengte: 7 - 9 mm.
April - oktober. Twee generaties (waarschijnlijk). Inheems
in Eurazië en de Oriënt. Ingevoerd in Noord-Amerika en Mexico. |
Moeraszweefvliegen (Tropidia).
Korsetzweefvliegen (Neoascia).
..
Gewone Korsetzweefvlieg (Neoascia podagrica). Genus:
Neoscia.
Familie zweefvliegen (Syrphidae).
Een klein zweefvliegje. Het achterlijf van
deze soort is ingesnoerd. (Vooral bij de vrouwtjes) en is knotsvormig. Er
zijn een paar zeldzamere soorten, die er op lijken.
Net als bij de menuetzweefvlieg hebben ze dikke achterdijen. De gewone
korsetzweefvlieg heeft verdonkerde dwarsaders.
Lengte: 5 - 6 mm.
April - oktober.
Foto's 17-6-2011. |
Vliegende speld (Baccha).
..
.
Vliegende Speld
(Baccha elongata). Genus: Baccha. Familie
zweefvliegen (Syrphidae).
Tussen de struiken vloog dit hele dunne
zweefvliegje. Je vindt hem meestal op schaduwrijke, vochtige
plaatsen. De vliegende speld heeft een knotsvormig
achterlijf. De steel van het achterlijf is heel smal. Hij heeft dus de vorm van een sluipwesp.
Hij is moeilijk te zien, omdat hij zo dun is en
dan ook nog vaak in de schaduw vliegt.
Lengte: 7 - 11 mm.
April - november.
De larve eet bladluizen. Foto's 25-9-2008, 26-4-2011. |
Naar zweefvliegen
1
Garden
Safari Informatie
over insecten en andere beestjes
van Hans Arentsen en Hania Berdys |
|
Insecten
fotosite Informatie
over veel soorten insecten van
Albert de Wilde.
|
Bij waarneming.nl.
kun je, als je lid bent, aan elkaar informatie
over dieren
vragen
en
waarnemingen
doorgeven.
Ik wil iedereen bedanken, die me bij waarneming.nl heeft geholpen met het
determineren. Met name
Gerard Pennards, Han Endt en Menno Reemer.
Engels
/ English
Subpagina vliegen: Sluipvliegen
(Tachinidae) Vleesvliegen
(Calliphoridae) Echte
Vliegen, Huisvliegen (Muscidae)
Wapenvliegen
(Stratiomyidae) Bloemvliegen
(Anthomyiidae) Kleine vliegen
Muggen
Subpagina wespen, bijen, hommels: Sluipwespen Ichneumonidae
Bladwespen
Symphyta Hommels
Bijenhotel
Subpagina Frankrijk: Insecten
Frankrijk
|