Engels
/ English
Spinnen
Spinnen behoren tot de klasse spinachtigen
(Arachnida). Geleedpotigen
als schorpioenen, hooiwagens, teken en
mijten behoren ook tot die groep.
Het achterlichaam is weker dan de voorzijde. De voorzijde is het
kopborststuk. De kop en het borststuk met poten is een geheel. Bij spinnen
heet dit deel prosoma. Ze hebben acht poten. Het
eerste potenpaar is meestal het langst. Geen echte antennen maar een paar
palpen, die worden gebruikt als tastorgaan. Daaraan kun je ook zien of het
een een mannetje of vrouwtje is. De palpen bestaan uit zes segmenten. Bij
het volwassen mannetje is het laatste segment knopvormig. Dat wordt bulbus
genoemd. Het mannetje gebruikt het om de sperma op te slaan vlak voor de
paring. Op deze manier wordt het vrouwtje bevrucht. De paring is voor veel
kleinere mannetjes niet ongevaarlijk. Bij sommige soorten kunnen de
mannetjes na de paring worden opgegeten. Maar er zijn ook soorten, waar
het mannetje bij het vrouwtje blijft.
De meeste spinnen hebben acht enkelvormige ogen. Er zijn er echter ook met zes ogen.
De ogen zijn niet even groot.
Het zijn roofdieren. Hun manier van vangen verschilt.
Het kan met een web. De draad wordt gemaakt door klieren in hun lichaam en
wordt daarna naar buiten geperst. Een wielweb is het bekendst.
Er zijn ook spinnen, die jagen. De spin heeft een paar gifkaken. De beet
van de spinnen in Nederland is voor mensen niet gevaarlijk.
|
Familie wielwebspinnen (Araneida)
Deze spinnen maken een web in de vorm van een wiel met spaken. Mensen vragen
vaak hoe de eerste draad wordt vast gemaakt. Ze wachten tot de eerste draad door
de wind aan een andere plek blijft vastzitten. Daarna kan het web gemaakt worden.
|
Een foto van jonge wielwebspinnen (Araneida).
Hoogstwaarschijnlijk van de kruisspin, want die is het meest algemeen in
onze tuin. Maar dat is niet zeker. Foto 3-6-2013. |
..
.
.
Kruisspin (Araneus diadematus).
Familie wielwebspinnen (Araneida).
Op het eind van de zomer hangt
de tuin vol met webben. Van de webben van een kruisspin heb je het meeste
last, omdat ze vaak een grote afstand overspannen.
De vrouwtjes worden veel groter dan de mannetjes. De
paring is voor de mannetjes riskant, want ze kunnen daarna worden
opgegeten.
Als het gaat vriezen gaan de volwassen spinnen
dood.
De eitjes zitten in eicocons en worden in
herfst afgezet. Op deze manier overwinteren ze. De jonge spinnen, die
in het voorjaar uitkomen, verspreiden zich door zich aan een draadje
door de wind te laten meevoeren. De naam hebben ze gekregen door het kruis op hun
rug. De kleur varieert van licht geel tot donker grijs.
Lengte 11-18 mm. West-Europa,
delen van Noord-Amerika. Foto's 2-10-2010, 15-8-2012. |
..
.
.
Platte wielwebspin (Nuctenea umbratica).
Familie wielwebspinnen (Araneida).
De naam heeft hij gekregen, omdat hij een plat
lichaam heeft. Hij heeft een leerachtige huid. Roodbruine tot grijsbruine spinnen met een bladvormige vlek op het
achterlijf. Of donker zoals de spin linksonder. Die hield zich
dood. Zijn poten vouwde hij om zich heen.
Hij komt voor onder de los zittende schors van bomen. Daar verstopt
hij zich. Je vindt hem echter ook vaak bij huizen.
Het zijn nachtactieve spinnen, die overdag schuw zijn. Het web lijkt op
het web van een kruisspin. En heeft een signaaldraad naar de schuilplaats.
Als het schemerig wordt, zit hij in het midden van het web. Vooral
nachtvlinders moeten oppassen.
Lengte mannetje 9 mm, vrouwtje 14 mm. Een algemene spin in Centraal Europa.
Foto's 17-10-2009, 28-5-2010, 23-4-2018. |
..
.
Komkommerspin spec. (Araniella spec.).
Familie wielwebspinnen (Araneida).
De Gewone komkommerspin (Araniella cucurbitina)en
de Tweeling-komkommerspin ( Araniella opisthographa) zijn vanaf een foto
niet van elkaar te onderscheiden.
Ze zijn herkenbaar aan het geelgroen achterlijfje. Vandaar de naam.
In juli worden de eitjes gelegd in cocons in de buurt van het net. De heel
jonge spinnetjes zijn licht van kleur. In de herfst worden ze rood, bruin.
Hierdoor vallen ze tussen de bladeren niet op. Zij overwinteren.
Mannetjes 5 mm, vrouwtjes 8 mm.
Kleine webben. Ongeveer 10 cm doorsnee. Foto's 30-5-2009, 28-5-2010, 17-6-2012.
Mannetje. Foto 24-6-2013.
Heel jonge komkommerspin 7-3-2018.
|
..
.
.
Venstersectorspin (Zygiella x-notata).
Familie
wielwebspinnen (Araneida).
Algemeen in raamkozijnen. Het zijn grijsbruine spinnen met een bladvormige vlek op het
achterlijf. Aan de voorkant van het achterlijf heeft hij een lichte
vlek.
Het web heeft aan de bovenkant in een van de hoeken twee lege sectoren.
Mannetjes tot 7 mm, vrouwtjes tot 11 mm. De eitjes overwinteren in een cocon. De vrouwtjes
zie je nog wel laat in het jaar. Europa,
delen van Azië, Noord- en Zuid Amerika. Foto's 12-9-2009, 17-10-2009,
22-11-2012. |
Nimf:
Driestreepspin (Mangora acalypha).
Familie
wielwebspinnen (Araneida).
Een makkelijk te herkennen spin. Door de tekening
op het lichaam en de zwarte rand en middenstreep op het kopborststuk.
Mannetjes 3-3,5 mm, vrouwtjes 5,5-6 mm. Het wielweb kun je vinden in struiken en lage
vegetatie. Het Palearctisch gebied. Foto 13-6-2010, foto nimf 5-4-2018. |
Rietkruisspin (Larinioides cornutus).
Familie
wielwebspinnen (Araneida). Niet in de tuin,
maar bij een sloot twee kilometer van huis.
Voorkant van het achterlijf met een donkere, licht omzoomde kielvlek
en een donkere, duidelijke V-vorm. Het kopborststuk is grijsbruin met
lichte haren..
Mannetjes 6-8 mm, vrouwtjes 10-13 mm. Het wielweb kun je vinden
tussen riet en hoge grassen of kruiden met name langs oevers. Het
Holarctisch gebied. Foto 5-5-2024. |
Familie Strekspinnen (Tetragnathidae)
Strekspinnen hebben een langer achterlijf. Ze hebben lange
poten. Ze kunnen zich goed camoufleren op een stengel of een langwerpig
blad.
Het web lijkt op een wielweb, maar dan met een gat in het midden.
..
.
Strekspin spec. (Tetragnatha spec.). Familie Strekspinnen
(Tetragnathidae).
Verschillende soorten lijken op elkaar en kun je niet
vanaf een foto determineren.
Begin zomer zie ik ze veel bij de vijver. Hoewel ik het ze niet heb zien doen, schijnen ze
over water te kunnen lopen.
Foto's 30-6-2012. |
..
.
.
Metellina spec. Familie Strekspinnen (Tetragnathidae).
Net als de hangmatspin hebben soorten van het geslacht
Metellina een stemvorkfiguur op het kopborststuk. Er zijn lichte
en donkerder spinnen.
Zomerwielwebspin (Metellina mengei) Volwassen: 5 mm.
Juli - september of herfstspin, herfstwielwebspin (Metellina
segmentata) Ze zijn niet vanaf een foto uit elkaar te houden. Ondanks hun
naam komen ze ongeveer in de zelfde tijd van het jaar voor.
Volgens Jacomijn Prinsen: Als de ventrale haren (niet de stekels) van het
laatste pootlid van een voorpoot korter
zijn dan de pootdoorsnede is het M. segmentata, als ze twee maal zo lang
zijn als de pootdoorsnede is het M. mengei. Dit kenmerk geldt alleen voor de
mannetjes. Foto's 17-5-2009, 12-9-2010,
26-9-2012.
Een jonge Metellina. Foto's 3-10-2012, 8-4-2018. |
Familie kogelspinnen (Theridiidae)
Ze hebben de naam kogel, omdat de abdomen rond zijn. Een losjes gemaakt web
met makkelijk loslatende draden, waaraan het insect blijft hangen. Ze
hebben een kam in de vorm van rijen kleine haren op het puntje van hun achterpoten,
die ze gebruiken om de vangdraad te "kammen". Bij kogelspinnen zit er
een kammetje op de onderkant van de tars van poot IV. Bij kaardespinnen zit er
een ander kammetje op de bovenkant van de metatars.
Mannetje .
Vrouwtje 6-3-2018.
.
.
.
Slanke Kogelspin - (Anelosimus vittatus,
Seycellocesa vittatus). Familie kogelspinnen (Theridiidae).
Lengte vrouwtje 3-3,5 mm, mannetje 2,5-3,5 mm.
Laag in de bomen en struiken en in hoge vegetatie. |
..
.
.
Gewone Kabelspin (Episinus angulatus).
Familie kogelspinnen (Theridiidae).
Hij kan zich net zo strekken als een strekspin. Ik
vond hem op een bloempot.
Ze maken hun H-vormig web dicht bij de grond. Vaak in de buurt van hei.
Je ziet hem niet vaak.
De gewone kabelspin heeft een plat, tamelijk dun
lichaam, maar op het eind verbreedt het zich.
Dit spinnetje (2009) heeft dikke palpen, hij heeft nog één vervelling nodig om
volwassen te worden. (informatie Jacomijn Prinsen).
Volwassen ongeveer 5 mm.
Foto's 8-10-2009, 11-10-2010, 30-2-2012, 19-4-2012.
Ik zie nu elk jaar enkele kabelspinnen. |
..
Kleine Boskogelspin
(Paidiscura pallens).
Jong mannetje. Familie kogelspinnen (Theridiidae).
Een heel klein, lichtgeel spinnetje. Het achterlichaam
van het mannetje is donker vlekkerig en van het vrouwtje licht. Lengte vrouwtje
1,25-1,5 mm, mannetje 1.7-1,75 mm. Mannetje april - juni. Vrouwtje het
hele jaar.
Vooral langs bosranden onder eikenbladeren. Foto's 11-10-2016. Vrouwtje
6-6-2019.
Vrouwtje met cocon (meer foto's: Waarneming.nl/observation/173990888
) 7-6-2019. |
Zwartringkogelspin
(Platnickina tincta). Familie kogelspinnen (Theridiidae).
De lichte poten met zwarte ringen zijn bij dit
spinnetje opvallend. Lengte vrouwtje 2,5 mm, mannetje 2.5-3,5 mm. Het grootste deel van het
jaar met een piektijd is van mei tot en met juli. Meestal te vinden op lage vegetatie, onderste takken van coniferen en loofbomen en struiken.
Foto 6-3-2017. |
Grote steatoda (Steatoda grossa).
Nimf. Familie kogelspinnen (Theridiidae).
Vergeleken met andere kogelspinnen groot. Donker geleurd, kleuring varieert van paarsachtig bruin tot zwart, met lichtgekleurde markeringen.
In huizen en tuinen. Een web tegen het grondoppervlak.
Volwassen vrouwtje 6.5-10 mm, mannetje 4-6 mm. Foto 14-9-2020
Volwassen: .
5-8-2022
|
.. Gewoon Visgraatje
(Theridion varians). Familie kogelspinnen (Theridiidae).
Niet zeker, want hij lijkt heel veel op de rietkogelspin (Theridion hemerobium) en
het rood visgraatje (Theridion pictum), die in vochtiger biotopen
voorkomen. De abdomen is meestal lichtgroen met een variabel gekleurde
tekening. Van licht roodbruin tot voor een groot deel zwart. Lengte vrouwtje 2,5-4 mm, mannetje 2.5-3,5 mm.
Een piektijd is van mei tot en met juli. In drogere naald en loofbossen. Leeft in lage vegetatie, maar ook op struiken en bomen.
In onze tuin in een lage eik.
Europa (tot in Sibirië), Noord-Amerika, Noord-Afrika, Turkije, Kaukasus, Centraal-Azië en China.
Foto's 7-7-2019, 9-7-2019. |
Familie hangmatspinnen ( Linyphiidae)
Het web lijkt op een hangmat, waarin de spin ondersteboven in hangt. Daarboven
zijn verticale draden gesponnen. Als insecten daar tegenaan botsen vallen
ze op de mat.
..
.
.
.
. Tuinhangmatspin
(Linyphia hortensis). Familie hangmatspinnen (Linyphiidae). Hoogstwaarschijnlijk!
Ik
heb lang aan Kleine
heidehangmatspin (Microlinyphia
pusilla) gedacht. Maar die is het volgens Pierre Oger niet.
De tuinhangmatspin is dan het meest waarschijnlijke. Ook omdat die al in
mei te vinden is in de tuin.
In Neder land vooral gevonden in mei - juli.
Het
vrouwtje is donker en heeft een witte band aan de zijkant. Op de abdomen
zijn ook witte plekken. Die zijn variabel. De mannetjes zien er anders
uit. De abdomen zijn slanker en ze hebben bruinrode poten. Ze maken hun
net vrij dicht bij de grond. Ongeveer 5 mm. Foto's mei 2010. |
..
. Boomstamwever
(Lepthyphantes minutus). Genus Lepthyphantes. Familie hangmatspinnen (Linyphiidae).
In ieder geval Lepthyphantes. Mannetje De soort is niet
helemaal zeker. Herkenbaar aan het donkere kopborststuk en de
gestreepte benen.
Op de site eurospiders.com
staan duidelijke gedetailleerde foto's.
Je kunt hem vinden aan de voet van boomstammen. Deze spin vond ik in oktober
onder een zak met zand.
Lepthyphantes zijn kleine spinnen. dit is een wat groter soort. Maar nog
steeds klein.
Lengte lichaam 3-4 mm.
Foto's 18-10-2009. |
..
Lentestrooiselspin
(Microneta viaria). Familie hangmatspinnen (Linyphiidae).
Een roodbruin kopborststuk en een zwartbruin
achterlichaam. Stevige geelbruine poten.
In matig vochtig bladafval onder bomen en struiken. Lengte lichaam 2,1-3 mm.
Volwassen spinnen zijn het hele jaar door te vinden,
maar in Nederland zijn de meeste waarnemingen in de herfst, winter en
voorjaar.
Palearctisch en Nearctisch gebied. Foto's 8-2-2018. Mannetje. |
..
Struikhangmatspin (Neriene
peltata). Familie hangmatspinnen (Linyphiidae).
De rug is wit met in het midden donker bruine strook. De
buik is bruinwit. Lengte lichaam ongeveer 5 mm. Mannetje: April - juli. Vrouwtje: April - september.
Foto's 2-6-2009. |
..
. Dwergspin (Erigonidae) Familie dwergspinnen
(Erigonidae). Ook wel onderfamilie genoemd van de
Familie hangmatspinnen (Linyphiidae).
Dit spinnetje was ongeveer twee mm. Er zijn heel veel soorten. Vanaf een
foto zijn ze niet uit elkaar te houden.
De dwergspin uit 2011 is een ander soort en iets groter. Foto 15-11-2010, 25-11-2011. |
Familie Kaardertjes (Dictynidae)
Ze maken hele fijne spindraden. De draden kleven niet. De spinnen maken veel
woldraadjes, waarin het insect verstrikt raakt.
..
. Groen kaardertje
(Nigma walckenaeri). Familie kaardertjes (Dictynidae).
Hij leeft op bladeren en heeft een prima groene
schutkleur. Het mannetje heeft een roodbruin kopborststuk.Zoals je op de foto's ziet kan hij heel fijn
spinrag maken. Van de omgekrulde bladeren maakt hij met behulp van spinrag
een schuilplaats.
Het mannetje blijft bij het vrouwtje en loopt dan niet het gevaar, dat hij
door het vrouwtje wordt opgegeten, zoals bij veel andere spinnen. Maar als
hij dood gaat, wordt hij alsnog opgegeten. Lengte 3 - 5 mm.
Volwassen spinnen in augustus - oktober.
Foto's 18-10-2009, 3-10-2012, 19-10-2012. |
Familie trilspinnen (Pholcidae)
Spinnen met een klein lichaam en de heel lange poten. Ze
maken een rommelig web.
..
Grote trilspin, hooiwagenspin (Pholcus
phalangioides). Familie Trilspinnen (Pholcidae).
De spin heeft z'n naam trilspin gekregen, omdat hij
gaat draaien, trillen als hij wordt bedreigd. Net als in ons huis zie je hem
in de meeste huizen en schuren. Vaak op donkere plekjes.
Ze maken een wat rommelig web. Vaak tegen het plafond, waar mijn vrouw niet
zo blij mee is. Als het web stoffig is geworden, maken ze een nieuwe. Ze
eten het niet op, zoals veel andere spinnen doen.
Als er een prooi inkomt gooit hij nog meer draden over hem heen.De eieren worden met een paar draden bijeen
gehouden. Het vrouwtje draagt de eitjes met zich mee in
haar palpen (de tastorganen van spinachtigen) Lichaamslengte vrouwtjes: ongeveer 9 mm. Mannetjes
zijn iets kleiner. Foto's 8-10-2009, 6-11-2012. |
Familie Nachtkaardespinnen (Amaurobiidae)
Het zijn nachtspinnen Ze maken een wollig
gekamde vangdraad, die niet plakt. De insecten raken er in verward in de
duizenden draadjes, die uitrekken als het slachtoffer beweegt. De wollige
vangdraden worden zo gekamd door een "kammetje" op de achterpoten. Bij
kogelspinnen zit er een kammetje op de onderkant van de tars van poot IV. Bij
kaardespinnen zit er een ander kammetje op de bovenkant van de metatars.
..
Muurkaardespin (Amaurobius
similis). Familie Nachtkaardespinnen (Amaurobiidae). man
Man Amaurobius similis heeft dunne, sterk gebogen binnenste tibia-apofyse
("haakje"). Amaurobius fenestralis heeft palp
met een brede, en (van boven gezien) vrijwel rechte, binnenste
tibia-apofyse. Informatie op Waarneming.
Op deze manier zijn de mannetjes dus wel te
determineren. Foto's 24-11-2023
|
Familie Trechterspinnen (Agelenidae)
De familie bestaat in Nederland uit het genus Agelena, Allagelena, Eratigena, Histopona, Inermocoelotes, Malthonica,
Tegenaria en Textrix. Het genus Tegenaria is onlangs gesplitst: Tegenaria soorten hebben gestreepte poten, Eratigena
soorten hebben gewone poten. Verder
zijn ze heel lastig te determineren.
Een jonge huisspin spec (Tegenaria of Eratigena
spec.).
Familie Trechterspinnen (Agelenidae).
Tekening poten nog niet duidelijk. Foto 25-4-2011
|
..
.
. Gewone huisspin (Nu
Eratigena atrica, voegerTegenaria atrica). Familie Trechterspinnen (Agelenidae).
De gewone huisspin heeft dus geen tekening op de grijsbruine poten.
Hij leeft in en in de buurt van huizen. In andere landen leeft hij bij
rotswanden.
Ze maken een horizontaal dicht web, dat in een trechter uitloopt. Een soort
woonbuis.
Overdag verbergt hij zich. "s Nachts zit hij in z'n web. De eitjes
worden in april gelegd. Jonge huisspinnen verschijnen in mei. De mannetjes
worden niet oud. De vrouwtjes echter kunnen wel zes jaar worden. Mannetjes 15 mm vrouwtjes 18 mm. Algemeen in Europa.
Foto's
3-7-2011. |
Familie zesoogspinnen (Segestriidae).
Spinnen met zes ogen in plaats van acht ogen zoals de meeste spinnen.
..
Muurzesoog (Segestria bavarica.). Familie zesoogspinnen (Segestriidae).
Ik vond hem tegen de muur van de keuken. Een behaarde, donkerbruine spin.
Da abdomen in het midden lichter met donkere vlekken en met een lichte
middenstreep door de achterste vlekken.
Hij leeft in kieren in muren, rotsen en schors.
Hij maakt een buisvormige schuilplaats met signaaldraden, waardoor hij
insecten in het donker opmerkt en vangt. De eitjes
worden in de schuilplaats gelegd en bewaakt. Mannetjes 9-11 mm vrouwtjes 10-13 mm. Europa.
Foto's 29-4-2019.
|
Spinnen, die geen web maken.
Familie lijmspuiters, spuugspinnen
(Scytodidae)
Sub-orde van zes-ogige spinnen (Haplogynae)
Ze spuiten een met een zigzagbewegimg lijmstralen over de prooi. Afstand tot
ongeveer 2 cm. De prooi wordt op de ondergrond vastgeplakt. In Nederland heb je
alleen de getijgerde lijmspuiter. Het schijnt, dat het familielid
Scytoda venusta wel eens in Nederland
gevonden is.
..
.
Getijgerde lijmspuiter (Scytodes
thoracica). Familie lijmspuiters (Scytodidae).
Een lichtbruin spinnetje met onregelmatige donkere
vlekken. Vandaar de naam "getijgerde". Om de lange poten heeft hij
donkere ringen. Het kop-borststuk is groter dan het achterlijf. In
tegenstelling tot de meeste spinnen met acht ogen heeft de getijgerde
lijmspuiter zes ogen.
Het kleverige spinrag, dat ze spuiten is giftig. In
het kop-borststuk zitten spinselklieren, die verbonden zijn met gifklieren.
Ze hebben ook nog spinselklieren in het achterlichaam.
De eicocon wordt door de moederspin onder haar
buik gedragen.
Je vindt ze in Nederland hoofdzakelijk binnen. De winters zijn te koud voor
ze. Ze zijn vanuit Zuid-Europa hierheen gekomen.
Lengte ongeveer 3 - 6 mm.
Foto's 27-3-2009, 01-10-2011. |
Familie wolfspinnen (Lycosidae)
Sommige soorten leven in holtes, andere soorten lopen rond op zoek naar een
prooi. Vrouwtjes maken een eicocon van draad, die ze met zich meedragen. Gravende soorten verbergen
de cocon in de grond. De vrouwtjes lopen daarna rond met de jongen op de rug.
..
.
Gewone Panterspin
(Alopecosa pulverulenta). Familie wolfspinnen
(Lycosidae).
Een donkere roodbruine spin. Het prosoma met een brede lichtere
middenband. Het achterlichaam met een lancetvormig lichtbruine middenband
met in het midden een lancetvormig donker deel. Andere spinnen uit dit
genus in Nederland zijn: Dikpootpanterspin (Alopecosa cuneata),
zandpanterspin (Alopecosa cursor), grote panterspin (Alopecosa fabrilis),
geelborstpanterspin (Alopecosa trabalis). Lengte man: ongeveer 7 mm, vrouw:
ongeveer 7-10 mm. De vrouwtjes graven een hol waar ze hun eicocon bewaken.
Foto's 29-3-2019. |
..
.
Wolfspin spec. (Pardosa
spec.). Familie wolfspinnen (Lycosidae).
De soort kun je meestal niet vanaf een foto
bepalen.
Ik zie ze overal door de tuin wandelen op zoek naar slachtoffers. Ze maken
geen net. Ze hebben daarom een goed gezichtsvermogen. Foto's 27-3-2011,
22-5-2010.
De vrouwtjes maken een eicocon van draad, die ze met zich meedragen. Daarna
kun je de jongen op haar rug vinden.
Met jongen, foto 6-8-2010. Soms
vergist een wolfspin zich. Hier heeft een vrouwtje een verbleekte pissebed
als cocon. Foto 30-8-2010. |
..
Wolfspin, piraat spec. (Pirata spec.).
Familie wolfspinnen (Lycosidae).
Deze spin zat tussen de planten die ik bij de
vijver weghaalde. De naam "piraat" dankt hij aan het feit, dat hij
bij het water leeft. Ze kunnen over het water lopen.
Pirata's te herkennen aan het stemvorkfiguur op het carapax
De cocon, die je hier ziet is waterdicht. Foto 28-7-2011.
|
.. .
Gewone nachtwolfspin (Trochosa
terricola) of
Gestekelde nachtwolfspin (Trochosa spinipalpis).
Genus Trochosa. Familie wolfspinnen (Lycosidae).
In Europa heb je vier soorten. Trochosa terricola en
Trochosa spinipalpis lijken heel veel op elkaar. Ze jagen 's nachts. Overdag
verbergen ze zich. Dit vrouwtje zat echter in het zonnetje op een
blad. Foto's 18-4-2010. |
.. Withandje (Aulonia
albimana).
Familie wolfspinnen (Lycosidae).
Niet in de tuin maar in de duinen ongeveer 4 km van mijn huis.
Een kleine wolfspin. Hier zit hij op de bloem van
een wilg. Het voorste deel is donkerbruin tot zwart met een dunne witte rand
eromheen. Het achterlichaam is donkerbruin, donkergrijs. Bruine poten. Alleen het bovenste deel van de voorpoten is zwart.
De middelste leden van de zwarte pedipalpen zijn zowel bij het mannetje als
bij het vrouwtje wit. (niet op de foto te zien)
In tegenstelling tot de meeste wolfspinnen maakt hij een vangweb. Het is een
trechterweb vlakbij de grond. Maar ze lopen ook vrij rond over de grond. Het
spinnetje op de foto zat wat hoger.
Hij komt voor in de droge gebieden met lage planten zoals in Nederland in de
duinen. In de rest van Nederland is hij vrij zeldzaam Lengte tot 4,5 mm. Foto's
21-4-2013. Europa. |
Familie Kraamwebspinnen (Pisauridae)
Kraamwebspinnen maken gote eicocons, die ze eerst onder het lichaam
dragen. Vlak voor de spinnen uitkomen, wordt de cocon aan een plant vastgemaakt.
Daarom wordt een soort tentje geweven. Daardoor hebben ze de naam kraamwebspin
gekregen. In Nederland zijn er twee geslachten. Pisaura en Dolomedes.
Familie celspinnen (Dysderidae)
Deze spinnen maken geen web.
Familie zakspinnen (Clubionidae)
Spinnen met meestal met weinig kleur en daarom moeilijk uit elkaar
te houden. Ze jagen 's nachts. Ik verwissel ze nog wel eens met spinnen uit
de nauw verwante familie Bodemjachtspinnen (Gnaphosidae).
Achtermiddenogen: Bij Clubionidae rond en ver uit elkaar staand. Bij
Gnaphosidae zelden rond en dicht bij elkaar staand.
Spintepels: Bij Gnaphosidae cilindrisch en lang, de grootste met veel
tussenruimte (ong. de diameter van de grootste spintepels) Bij Clubionidae zijn
ze korter, niet cilindrisch (taps toelopend) en dicht bij elkaar staand. (informatie van Joost Vogels)
..
Bonte Zakspin
(Clubiona comta). Familie
zakspinnen (Clubionidae). Vrouwtje.
Lijkt op de grotere Clubiona corticalis. Opvallend getekend achterlichaam. Vrouwtje 4-6 mm, mannetje 3-5 mm. Foto's:
7-5-2019. |
Schorszakspin (Clubiona corticalis). Familie
zakspinnen (Clubionidae). Vrouwtje.
Lijkt dus op de kleinere Clubiona comta met ook een getekend achterlichaam.
Deze spin vond ik op de aanrecht in huis. Aan het magere achterlichaam te
zien was er weinig voedsel. Vrouwtje 7-11 mm, mannetje 6-10 mm. Foto's:
12-11-2019. |
Familie Bodemjachtspinnen (Gnaphosidae)
Deze familie is nauw verwant met de familie zakspinnen (Clubionidae).
Bodemjachtspin
spec. (Gnaphosidae)
Er zijn verschillende donkere soorten, die moeilijk te determineren zijn.
Zelotes is mogelijk. Maar het is niet zeker.
Ze jagen 's nachts en schuilen overdag. Als schuilplaats weven ze een zijden
zakje.
Deze was wat in de war, want hij wandelde overdag over het terras. Lengte ongeveer 8 mm.
Foto 18-4-2011. |
Scotophaeus. Familie bodemjachtspinnen
(Gnaphosidae).
Op basis van afmetingen waarschijnlijk Huismuursluiper - Scotophaeus
scutulatus.
Huismuursluiper - Scotophaeus scutulatus (Vrouw 8-16 mm, man 7-11 mm) en Stalmuursluiper - Scotophaeus blackwalli
(Vrouw 8-16 mm, man 7-11 mm ) zijn vanaf een foto als deze niet uit elkaar
te houden. Deze spin vond ik in de gootsteen van het aanrecht. Foto 13-3-2018. |
Buisspinnen
(Anyphaenidae)
Gestipte struikspin,
struikspin
(Anyphaena
accentuata) Buisspinnen (Anyphaenidae) In
Nederland is het de enige buisjesspin. Hij jaagt 's nachts in struiken en
bomen. Hier zit de spin op de bamboe, die bedoeld is voor
metselbijtjes om er nesten in te maken. Echt blij ben ik dus niet.
Onder de bladeren kun je cocons met eitjes vinden, die door de
vrouwtjes bewaakt worden. De mannetjes trommelen met hun achterwerk op de
bladeren om op te vallen voor de vrouwtjes.
Van licht geelbruin tot donker grijsbruin. Ze zijn te herkennen aan de
driehoekige donkere vlekken op het achterlichaam. Op de kop hebben ze twee
donkere banden met lichte vlekken erin.
's Winters zitten ze ook onder de schors van dode bomen. Lengte 4 - 8 mm.
Europa, Centraal-Azië. Foto: 18-4-2010 |
Familie krabspinnen (Thomisidae)
Net als krabben steken ze hun langere voorpoten naar de zijkanten uit. Ze kunnen
zowel zijdelings als voorwaarts lopen.
Ze maken geen web. Maar jagen op vliegen op bladeren en bloemen. Ze zijn
goed gecamoufleerd. Ze kunnen zich vast zetten met wat spinrag.
..
. Groene krabspin (Diaea
dorsata).
Familie krabspinnen (Thomisidae).
Te
herkennen aan het groene kopborststuk en de poten. Een bruin met geel
achterlijf.
Mannetjes 4 mm, vrouwtjes 6 mm.
Deze spin miste een poot. Hij leek er geen last
van te hebben. Als hij nog niet volwassen is, krijgt hij na het vervellen z'n poot
terug. In gevaarlijke situaties kunnen ze een poot afstoten.
Krabspinnen maken geen web, maar maken wel een veiligheidsdraad. De andere
draden zijn (volgens Jacomijn Prinsen) waarschijnlijk herfstdraden, waaraan
spinnen zich door de wind laten verspreiden. Foto: 21-10-09.
Het mannetje ziet er anders uit met zijn lange voorpoten. Foto 16-5-2010. |
Gewone bodemjachtspin (Ozyptila praticola)
Familie krabspinnen (Thomisidae)
Ze zijn te vinden tussen de struiken en het
onderste gedeelte van bomen. Het vrouwtje bewaakt haar cocon met eitjes.
Er zijn twaalf soorten bekend in Europa. Allemaal heel kleine spinnetjes. Lengte 3-4 mm.
De soort lijkt op de Xisticus. Foto 15-11-2010. |
..
.
Bos-struikkrabspin (Xysticus lanio) Familie krabspinnen
(Thomisidae)
Mannetje 4 - 6 mm. Vrouwtje 6 -7 mm.
Europa. Foto's 11-10-2010. |
Moederliefde.
Toen ik 24-5-2011 de kardinaalsmuts (struik) snoeide zag ik een Xysticus
lanio zitten op haar nest. Ik heb de blaadjes iets uit elkaar gevouwen en
enkele foto's genomen. Dit takje heb ik niet gesnoeid. Om de paar dagen keek
even hoe het met de spin ging. Ik vond haar altijd op haar nest.
Bijna twee maanden later (17-7-2011) verschenen de jongen. Moeder was nog
steeds aanwezig. Wat is de natuur toch bijzonder. |
Familie renspinnen, krabspinnen (Philodromidae) Engels: Running
Crab Spiders
Het tweede paar poten is langer is dan de andere poten. Ze rennen zijwaarts weg.
Het zijn jagende spinnen. Ze kunnen heel snel toeslaan. Ze lijken op krabspinnen
(Thomisidae) Maar bij renspinnen is het tweede paar voorpoten het langst.
..
.
Renspin spec.
(Philodromus spec). Familie
renspinnen (Philodromidae).
Welke soort het is, kan ik niet zeggen. Daarvoor is
een microscoop nodig. Hij rent zijwaarts
weg.
Vaak zie je ze met gespreide poten dicht tegen een blad zitten.
Foto's 29-4-2009, 6-6-2009, 13-6-2009. |
Zwartrugrenspin
(Philodromus dispar). Familie
renspinnen (Philodromidae).
Dit is het mannetje. Deze spin is zwart met een witte
rand.
Het vrouwtje is variabel van kleur.
Ongeveer 5 mm.
Foto: 5-5-2012
vrouwtje Philodromus
dispar 15-11-2010. |
.. Donkerder:
Tuinrenspin
(Philodromus aureolus). Familie
renspinnen (Philodromidae).
Dit is het mannetje. Smalle palpen. De mannetjes
hebben een metallic glans. Bij deze is het grijs. Vaak is het grijs met een
paarse glans. Wijfjes en jonkies hebben geen metallic glans (geelbruin -
bruin). Ze kunnen worden verward met Philodromus
cespitum en Philodromus buxi. Mei -
augustus.
Mannetjes: 4-5 mm. Vrouwtjes: 4-7 mm.
De jonge spinnen overwinteren. Foto's 28-5-2010, 30-5-2010. |
Heiderenpin
(Rhysodromus histrio). Familie
renspinnen (Philodromidae). Niet in de tuin,
maar in de duinen ongeveer 2 km van ons huis.
Een heel contrastrijke bruine en witte tekening. Lengte
5-7 mm. Foto 3-9-2023. |
Gewone Sprietspin (Tibellus oblongus) of
Stippelsprietspin (Tibellus maritimus). Familie
renspinnen (Philodromidae). Niet in de tuin,
maar in de duinen ongeveer 4 km van ons huis.
Een lichtbruine of lichtgele spin. Het is langwerpig en slank.
Vanaf de kop loopt een bruine streep in de middellijn van de rug. Op de rug
zie je twee donkere stippen. De twee soorten zijn vanaf een foto niet uit
elkaar te houden. Lengte 7-10 mm. Foto 17-6-2013. |
Familie Springspinnen (Salticidae)
Springspinnen besluipen hun prooi en springen er dan naartoe. Ze gebruiken
geen web. Ze zetten zichzelf wel vast met spindraad.
..
.
. Huiszebraspin, zebraspringspin, harlekijntje (Salticus scenicus). Onderfamilie Salticinae. Familie springspinnen (Salticidae).
Vaak op buitenmuren in het zonnetje. Ook dit spinnetje kan prima springen.
De vier paar ogen zijn opvallend. Voor op de kop zitten twee grote en twee kleine ogen. Daar boven heeft hij nog twee kleine ogen. Ze hebben daardoor een prima gezichtsvermogen een een heel groot gezichtsveld.
In Nederland zijn er nog twee soorten. Namelijk Boomzebraspin (Salticus cingulatus) en Schorszebraspin (Salticus
zebraneus)
Als schuilplaats maken ze een wit zijden zakje. De eitjes worden daar ook in gelegd. De volwassen spin overwintert. Lengte 5-7 mm. Europa, Noord Azië en Noord Amerika. Foto's 30-4-2010 / 16-3-2011. |
..
Blinker spec. (Heliophanus
spec). Onderfamilie Heliophaninae. Familie springspinnen (Salticidae).
Er zijn weer enkele blinker (Heliophanus) soorten.
Een leuk spinnetje, dat ik begin zomer vaak in de tuin zie.
Er op lijkende soorten: Gehaakte Blinker Heliophanus cupreus en Gewone
Blinker Heliophanus flavipes. Foto's 29-5-2010. |
..
Gehaakte blinker (Heliophanus cupreus).
Onderfamilie Heliophaninae. Familie springspinnen (Salticidae).
Opmerking Willem Boomkens: Op foto is bij de linkerpalp nog net een haakje te zien, smal en in een ronde boog lopend.
Bedankt Willem. Ik had hem al als Heliophanus spec. opgeschreven. Palearctisch gebied.
Foto's 2-6-2011. |
..
.
. Schorsmarpissa (Marpissa
muscosa). Familie springspinnen (Salticidae).
Deze was via mijn kleren in huis gekomen en
wandelde over de vloer. Het is een grote springspin.
In Nederland is het een algemeen voorkomende spin.
Je ziet ze vooral op bomen. Maar ook op houten palen en houten wanden zijn
ze te vinden. Ze zijn dan goed gecamoufleerd door donkerbruine tekening op
de lichtbruine ondergrond, Mannetje 6 - 8 mm.
Vrouwtje 8 - 11 mm.
Foto's 24-4-2011.
vrouw Foto 15-5-2011.
Nimf 5-4-2014. |
..
.
Gewone zwartkop (Euophrys
frontalis). Onderfamilie Euophryinae.
Familie springspinnen (Salticidae).
Vergeleken met de Schorsmarpissa is de gewone
zwartkop een heel kleine springspin. Om de ogen hebben ze rode ringen. De
kleur is variabel. Er zijn lichte en donkere vormen. De zwarte voorpoten
vallen op. Mannetje 2 - 3 mm.
Vrouwtje 3-4 mm.
Palearctisch.
Foto,s 21-5-2011. |
..
.
.
Harige springspin (Sittipub pubescens, synoniem Sitticus
pubescens). Onderfamilie Sitticinae.
Familie springspinnen (Salticidae).
Je vindt hem in de buurt van huizen op muren, op de
stam van bomen en rotsen (niet in Nederland natuurlijk). Dit mannetje
wandelde over de tegels van het terras. Mannetje
4 mm.
Vrouwtje 4-5 mm.
Europa, Verenigde Staten. Foto's 3-6-2011, 1-7-2017. |
Familie Spinneneters (Mimetidae)
In Nederland en in ook de omliggende landen heb je van deze familie alleen
het genus Ero. In Nederland staan vier soorten vermeld: Vierspitsspinneneter
(Ero aphana), Cambridges Spinneneter
(Ero cambridgei), Gevorkte Spinneneter
(Ero furcata), Grote Spinneneter
(Ero tuberculata).
..
.
.
Spinneneter spec.
(Ero spec.) Genus Ero.
Familie Spinneneters (Mimetidae).
Spinnen
kunnen elkaar ook aanvallen. Er is zelfs een familie waarvan de
spinnen er in zijn gespecialiseerd. Namelijk de Spinneneters, Mimetidae.
De
ero bijt een spin meestal in een poot waarbij een verlammend gif wordt
ingespoten. Hij zoekt de spin daarvoor op in het web. Het is een kleine
spinnetje van 2-4 mm.
Dit is de Vierspitsspinneneter (Ero aphana) of de Grote Spinneneter (Ero
tuberculata). Ik zag de ero pas nadat ik het nest van de Enoplognatha had
gefotografeerd. Moeder Enoplognatha bewaakte het nest maar had de ero niet
gezien.
Foto's 24-9-2012. Foto spinnennestje 21-7-2011.
Het spinnennestje van de ero is een
stevige cocon, dat aan een draadje hangt. Hierin zitten de eitjes goed
beschermd. Hier
meer informatie. |
Vierspitsspinneneter
(Ero aphana). Genus Ero.
Familie Spinneneters (Mimetidae).
Het voorlichaam is licht geelbruin met een donkere rand, een donkere middenstreep en
twee kortere lengtestrepen achter de zijogen.
Achterlichaam met vier even grote knobbels. Bij de Ero tuberculata is het voorste paar knobbels
groter dan het achterste paar.
Poten met lichte en donkere ringen.
Mannetje 2,4-2,6 mm. Vrouwtje 2,5-3,3mm.
Foto 11-6-2018. |
..
.
Gevorkte spinneneter
(Ero furcata) of Cambridges Spinneneter - Ero cambridgei.
Genus Ero.
Familie Spinneneters (Mimetidae).
Herkenbaar
aan het lichtbruine voorlichaam met een donkere rand, een donkere streep
achter de ogen en een donkere middenstreep. Het achterlichaam heeft twee
kleine knobbels. Poten met bruine en witte ringen. Mannetje 2,3-2,75 mm.
Vrouwtje 2,5 - 3,25 mm. Foto's 13-3-2018. |
Subpagina overige spinachtigen
(Arachnida) hooiwagens,
pseudoschorpioenen, mijten en teken.
Bij waarneming.nl.
kun je, als je lid bent, aan elkaar informatie
over dieren
vragen
en
waarnemingen
doorgeven.
Ik wil de mensen van waarneming bedanken voor de hulp
bij het determineren. Met name Jacomijn Prinsen, Willem Boomkens, Frits
Broekhuis, Joost Vogels, Johan Bink, Frank van de Putte en Pierre Oger.
Engels
/ English
|