Engels
/ English
Nachtvlinders: Bladrollers,
Tortricidae in de tuin
Subpagina vlinders:
Dagvlinders
Uilen,
Noctuidae Spanners,
Geometridae Pyralidae,
Crambidae
Sikkelmotten,
Oecophoridae
Nachtvlinders
Dat nachtvlinders 's nachts vliegen is begrijpelijk. Toch zijn er zo'n
honderd soorten, die overdag vliegen en soms ook mooi gekleurd zijn.(dagactieve
nachtvlinder)
Een kenmerk van nachtvlinders zijn de lange voelsprieten zonder knopje op het
eind. Die zijn in het donker natuurlijk wel handig. Vaak hebben ze een dichtere
beharing om warmte vast te houden en krachtiger vleugelspieren. Er is een
verbinding tussen voor- en achtervleugel. Vaak hebben ze een camouflagepatroon.
|
Familie bladrollers (Tortricidae).
Deze naam heeft de groep gekregen, omdat de rups een blad, of enkele
bladeren oprolt en daarin leeft. Het zijn vrij kleine vlinders. Als ze
rusten houden de meeste bladrollers hun vleugels in de vorm van een dakje.
|
Onderfamilie Olethreutinae.
Tribus Endotheniini.
Zenegroenbladroller (Endothenia ustulana). Tribus Endotheniini. Onderfamilie Olethreutinae. Familie bladrollers (Tortricidae).
In Nederland zeer zeldzaam. Uit het geslacht Endothenia. Andere er op lijkende soorten zijn de E. gentianaeana en de E mar-ginana en E. oblongana
Waardplanten: Zenegroen (Ajuga), Ezelsoor (Stachys) enVlijtig liesje (Impatiens). De rups leeft in de wortels. Hij vloog inderdaad in de buurt van zenegroen. Foto 20-6-2010.
|
Tribus Eucosmini.
..
.
Witte oogbladroller (Epinotia bilunana). Tribus Eucosmini. Onderfamilie Olethreutinae. Familie bladrollers (Tortricidae).
Een grijswitte of roomwitte mot met een donkergrijze tekening.
Ze zijn actief vanaf de schemering tot in de nacht. Waardplanten: Berk, de rupsen eten de katjes.
Mei-augustus Eén generatie. Overwintert als rups. Spanwijdte: 13-17 mm. Europa. Foto's 22-7-2015. |
..
Sparrenoogbladroller (Epinotia tedella). Tribus
Eucosmini. Onderfamilie Olethreutinae. Familie bladrollers (Tortricidae).
Een witachtig gezicht. Variabel, van lichtbruine tot donkerbruine
voorvleugels met witte tekening.
Waardplanten: Spar (Picea), gewone zilverspar (Abies alba), Juniperus en grove den (Pinus sylvestris)
April-juni, soms tweede generatie in augustus. Overwintert als rups, soms
als pop. Spanwijdte: 10-13 mm. Europa. Foto's 10-2-2023 (In de kamer,
Waarschijnlijk in huis ontpopt, want het was midden in de winter. Op
de rand van een glas). |
..
Topspinnertje (Rhopobota naevana). Tribus Eucosmini. Onderfamilie Olethreutinae. Familie bladrollers (Tortricidae).
Een nogal variabele bladroller. Maar wel herkenbaar door de bleke plek op de rug. Op de achterzijde van de vleugels heeft hij meestal een vierkante grijze vlek. Hij lijkt op de E. immundana.
De larven voeden zich oa. met hulst, bosbes, meidoorn, peer, sering. De naam topspinner heeft hij gekregen, omdat de rupsen nogal vraatzuchtig zijn.
April- juni. Spanwijdte: 12-16 mm. Foto's 5-7-2011.
Een veel donkerder topspinnertje
Foto 9-7-2011.
|
..
Grootkopbladroller (Zeiraphera isertana). Tribus Eucosmini. Onderfamilie Olethreutinae. Familie bladrollers (Tortricidae).
Een variabele mot. Vaak met een lichte dorsale vlek en markeringen. (zie kleine foto) Vaak bruin met olijf groen.
Ze zijn actief vanaf het eind van de middag.
Waardplanten: Eik. Juni-augustus Eén generatie. Overwintert als ei.
Spanwijdte: 13-18 mm. Europa, Nabije Oosten. Foto's 19-6-2012, 8-7-2013. |
Tribus Grapholitini.
Oranje eikenbladroller (Cydia amplana). Tribus Grapholitini. Onderfamilie Olethreutinae. Familie bladrollers (Tortricidae).
Rupsen vind je in september en oktober. Ze voeden zich met tamme kastanjes, hazelnoten, walnoten, beukennootjes en eikels . Ze verpoppen zich in de bodem. In boomgaarden met notenbomen kan hij daarom schadelijk zijn.
Juli, augustus. Spanwijdte: 16-20 mm. Europa, Klein Azië. Foto 2-8-2010. |
..
.
Beukenspiegelmot (Cydia fagiglandana). Tribus Grapholitini. Onderfamilie Olethreutinae. Familie bladrollers (Tortricidae).
Een bruingrijze mot met witte en zwarte tekening.
De rups leeft op beuk (Fagus sylvatica), waar de rupsen in de beukennootjes leven en zelden op eik (Quercus).
Spanwijdte 12-16 mm. April- september. De rupsen overwinteren. Foto's 22-7-2015. |
..
Fruitmot (Cydia pomonella). Tribus Grapholitini. Onderfamilie Olethreutinae. Familie bladrollers (Tortricidae).
De fruitmot is grijsachtig met lichtgrijze, golvende dwarsstrepen en een koperkleurige vlek aan het einde van de vleugels.
De rups leeft op vruchten als appel, peer, abrikoos, perzik, pruim, kers, meidoorn, kastanje, vijg.
Spanwijdte 14-22 mm. Mei-juni en augustus- september. Twee generaties.In warme landen zijn wel vier generaties mogelijk. Ze overwinteren in een cocon..
Oorspronkelijk alleen in Europa, nu wereldwijd. Foto's 4-8-2018. |
..
.
Gewone spiegelmot, okkernootmot (Cydia splendana). Tribus Grapholitini. Onderfamilie Olethreutinae. Familie bladrollers (Tortricidae).
Een variabele bladroller. De voorvleugels zijn hier grijsbruin met een donkerbruine vlek, maar ze kunnen ook lichtbruin of grijs zijn en een witachtig deel voor de donkere vlek hebben..
De rupsen voeden zich met tamme kastanjes, en eikels. Ze overwinteren als rups.
Spanwijdte: 12-26 mm. Mei, september. Europa, Klein Azië. Foto's 23-7-2014. |
Haakjeswortelmot (Dichrorampha vancouverana). Tribus Grapholitini. Onderfamilie Olethreutinae. Subfamilie Olethreutinae Familie bladrollers (Tortricidae).
Kenmerken: een scherpe V-vormige gele vlek en veel haakjes langs de hele voorrand.
Waardplanten larven: Duizendblad (Achillea millefolium) en boerenwormkruid (Tanacetum vulgare). Hier zit de mot op duizendblad.
Mei- augustus. Spanwijdte: 12-15 mm. Europa, Noord Amerika. Foto 28-7-2011. |
Roodkleurige fruitmot (Grapholita janthinana). Tribus Grapholitini. Onderfamilie Olethreutinae. Familie bladrollers (Tortricidae).
De kleur varieert (grijs, bruin en oranje) Hij valt op door de tekening op de rug.
De mot vliegt 's middags en vroeg in de avond.
Waardplanten: Meidoorn (Crataegus), Prunus, lijsterbes (Sorbus) en andere loofbomen.
Juli, augustus. Spanwijdte: 9-11 mm. De rups overwintert in een cocon. Foto 10-7-2011. |
..
Morgenroodbladroller (Pammene aurita). Tribus Grapholitini. Onderfamilie Olethreutinae. Familie bladrollers (Tortricidae).
Een oranje mot, in het midden op de rug een geelachtige vlek. Aan de zijkant van de vleugels heeft hij gele en donkerbruine streepjes.
De rups voedt zich met de zaden van de esdoorn (Acer pseudoplatanus).
Spanwijdte 14-15 mm. Juni- augustus. Foto's 15-7-2017. |
..
Gewone dwergbladroller (Pammene fasciana). Tribus Grapholitini. Onderfamilie
Olethreutinae. Familie bladrollers (Tortricidae).
De voorvleugels zijn wit met grijs. Spanwijdte 13-18 mm. Juni- Juli.
Eén generatie. De rups overwintert in een cocon.
Waardplanten zijn eik (Quercus) en tamme kastanje (Castanea sativa). Foto's
25-6-2019. |
Luciferbladroller (Pammene rhediella). Tribus Grapholitini. Onderfamilie Olethreutinae. Familie bladrollers (Tortricidae).
Het grootste deel van de mot is donker paarsachtig bruin. Het eind van de voorvleugels is helder roodbruin. Op deze foto op de bloem van een appelboom.
Spanwijdte 9-12 mm. April- Juni. De rups overwintert in een cocon.
De larven leven in de vruchten van meidoorn (Crataegus), maar ook in fruit zoals appel (Malus) of peer (Pyrus). Foto 20-4-2014. |
..
Prachtdwergbladroller (Pammene splendidulana). Tribus Grapholitini. Onderfamilie Olethreutinae. Familie bladrollers (Tortricidae).
Deze donkerbruine bladroller is goed te herkennen aan hun glanzende zilverachtig vlekjes. Aan de bovenkant twee donkere vlekken. Een heel mooie bladroller, helaas was die van mij wat erg donker.
De larve voedt zich met eik (Quercus), waar hij twee bladeren samen spint.
Spanwijdte 10-12 mm. April- Juni. De rups overwintert in een cocon. Foto's 1-5-2015. |
..
Maanmot (Pammene regiana). Tribus Grapholitini. Onderfamilie Olethreutinae. Familie bladrollers (Tortricidae).
Een donker bruine mot met een grote opvallende lichtgele vlek. Aan de zijkant van de vleugels heeft hij gele en donkerbruine streepjes. Hij lijkt op de donkere maanmot (Pammene trauniana), maar die is donkerder en de streepjes aan de zijrand zijn korter en dikker en staan rechter op.
De rups voedt zich met verschillende esdoornsoorten, zoals noorse esdoorn (A. platanoides), gewone esdoorn (A. pseudoplatanus) en spaanse aak (A. campestre).
Spanwijdte 11-13 mm. April -juli. De pop overwintert in een cocon. Palearctisch. Foto's 21-6-2015.
19-7-2015 Veel lichter. |
Tribus Olethreutini.
..
.
Donkerder. Brandnetelbladroller (Celypha lacunana). Tribus Olethreutini. Onderfamilie Olethreutinae. Familie bladrollers (Tortricidae).
Het is een in Europa veel voorkomend nachtvlindertje. Grondkleur: roomkleurig tot olijfgrijs. Dwarse bruine golflijnen met zilveren schubben.
Ze overwinteren als half volwassen rups op veel verschillende soorten planten, struiken en bomen. In het voorjaar laat hij zich op de grond vallen en verpopt uiteindelijk tussen de gevallen bladeren.
Spanwijdte 16-18 mm. April tot en met september. Palearctisch. Foto's 13-6-2014, 15-6-2014. |
..
Kristalbladroller (Celypha siderana). Tribus Olethreutini. Onderfamilie Olethreutinae. Familie bladrollers (Tortricidae).
Vrij zeldzaam. Spanwijdte 14-16 mm. Mei-juli. Vooral de licht blauwe vlekjes vallen op. Waardplanten zijn Spirea en Geitenbaard (Aruncus). |
..
Loofboombladroller (Gypsonoma dealbana). Tribus Olethreutini. Onderfamilie Olethreutinae. Familie bladrollers (Tortricidae).
De voorkant van het gezicht is wit. Dit onderscheidt hem van de andere Gypsonoma soorten.
Spanwijdte 11-14 mm. De rups eet de bladeren, knoppen en jonge uitlopers van veel soorten loofbomen. Juli- augustus. Foto 3-7-2011. |
..
Groene knopbladroller, Gewone witvlakbladroller (Hedya nubiferana). Tribus Olethreutini. Onderfamilie Olethreutinae. Familie bladrollers (Tortricidae).
Hij lijkt op andere Hedya.
Hedya ochroleucana heeft een grote ronde zwarte middenvlek, bijna altijd voor meer als de helft vrijstaand. Het wit is roomkleurig.
Hedya pruniana heeft een zwart vlekje in de vleugelpunt (apex), en heeft iets bredere vleugels en de grens zwart/wit is meer recht ipv krom afgebogen.
Hedya nubiferana, twee zwarte vlekjes midden in de vleugel. (Hoewel de kleur verschilt, zijn ze op beide foto's te zien)
Spanwijdte:15 en 21 millimeter. Mei- augustus. Rupsen: Juni- najaar.De rupsen overwinteren.
De rups is te vinden in lijsterbes en meidoorn, Maar ook in appel- pere- en pruimenbomen. Hij beschadigt de vruchten en wordt daarom als schadelijk gezien. Europa, Klein Azië. Nu ook in de Verenigde Staten en Canada.
rups 5-5-2010. |
..
Notocelia rosaecolana. Tribus Olethreutini. Onderfamilie Olethreutinae. Familie bladrollers (Tortricidae).
Hij lijkt op de Notocelia trimaculana en Notocelia roborana en Notocelia rosaecolana.
Spanwijdte 16-20 mm. Mei- augustus. Komt voor in het gehele Palearctisch gebied ( Europa, Noord-Afrika, het Midden-Oosten en Azië)
De rupsen zijn op verschillende rozensoorten te vinden. |
Onderfamilie Tortricinae.
Tribus Archipini.
..
Grote appelbladroller (Archips podana). Tribus Archipini. Onderfamilie Tortricinae. Familie bladrollers
(Tortricidae).
Een okerkleurig tot roodbruin getekende mot. De mannetjes zijn donkerder dan de vrouwtjes.
Waardplanten: Fruitbomen als appel, peer, pruim. Ze kunnen schade aanrichten, omdat de rupsen de jonge vruchten eten. Maar ook andere bomen, struiken als beuk, roos. Juni - september. Eén generatie in het noorden van Nederland. Soms twee generaties in het zuiden. De rupsen overwinteren.
Spanwijdte vrouwtjes: 20-28 mm. Mannetjes: 19-23 mm.
Europa, Klein Azië. Nu ook in Noord Amerika. Foto's 29-6-2012.
Vrouwtje Foto 22-7-2013. |
..Gevlamde bladroller, houtvlambladroller (Archips xylosteana). Tribus Archipini. Onderfamilie Tortricinae. Familie bladrollers (Tortricidae).
De basiskleur van de voorvleugels varieert van geelbruin tot oker of roodachtig bruin met lichtbruine vlekken.
Spanwijdte 15-23 mm. Juni- augustus. De rupsen overwinteren.
Host: Verschillende loofbomen, struiken en kruidachtige planten. Bijvoorbeeld eik, iep, esdoorn, diverse fruitbomen (appel, peer). Europa, Azië. Foto 18-7-2013.
|
Heggenbladroller (Archips rosana). Tribus Archipini. Onderfamilie Tortricinae. Familie bladrollers (Tortricidae).
De basiskleur van de voorvleugels varieert van bruin tot roodachtig bruin met lichtbruine vlekken.
Spanwijdte 15-24 mm. Mei- augustus. De rupsen overwinteren.
Host: Liguster, bladeren, vruchten van peer (Pyrus) en appel (Malus). Palearctisch en nearctisch. Foto 18-7-2013.
|
Reuzenbladroller (Choristoneura
hebenstreitella). Tribus Archipini. Onderfamilie Tortricinae. Familie bladrollers
(Tortricidae).
De voorvleugels zijn zandkleurig met donkerder grijsbruine tekening. Spanwijdte
19-30 mm. Vrouwtjes zijn in het algemeen groter dan de mannetjes. Mei -
juli.
Host: Verschillende soorten loofbomen (als eik en berk) en lage planten. Europa,
Nabije Oosten. Foto 24-6-2019. |
.. .
Tuinbladroller (Clepsis consimilana). Tribus Archipini. Onderfamilie Tortricinae. Familie bladrollers
(Tortricidae).
De voorvleugels zijn roodbruin, oranjebruin met op de achterste rand twee donkere vlekken.
Spanwijdte 13-19 mm. Juni- september.
Host: liguster, verschillende soorten bomen, struiken. Bijv. liguster, sering, klimop, kamperfoelie, appel. De rupsen hebben een voorkeur voor dode bladeren.
Europa, Klein Azië, Noord Afrika, Verenigde Staten. Foto's 22-7-2013, 20-6-2018. |
..
.
Zomerbladroller
(Ditula angustiorana). Tribus Archipini. Onderfamilie Tortricinae. Familie bladrollers
(Tortricidae).
Een mooi getekende mot met een "kuifje". Het mannetje zie je ook in de zon vliegen.
Waardplanten: Zowel struiken als veel verschillende soorten bomen.
Mei-augustus Eén generatie.
Spanwijdte: 12-18 mm.Europa, Noord Amerika. Foto's 9-7-2011, 15-7-2011. |
..
Gemarmerde drievlekbladroller (Lozotaenia forsterana). Tribus Archipini. Onderfamilie Tortricinae. Familie bladrollers (Tortricidae).
Een grote bladroller. Hij lijkt wat op een klein uiltje. Lichtgrijze of lichtbruine vleugels met twee donkere vlekken aan de voorkant en een donkere vlek aan de achterkant.
Waardplanten: Een voorkeur voor klimop. Maar ook andere struiken en bomen.
Spanwijdte 20-29 mm. Juni- augustus. Europa, delen van Azië. Foto's 29-6-2012.
|
Struikbladroller (Syndemis musculana). Tribus
Archipini. Onderfamilie
Tortricinae. Familie bladrollers (Tortricidae).
De kleur van de voorvleugels varieert van witachtig grijs tot bruingrijs, met donkere markeringen.
Waardplanten: Allerlei bomen, struiken, kruiden en grassen als braam, berk, eik.
Spanwijdte 15-22 mm. Eén generatie. Hij overwintert als volgroeide
rups. April-juli. Europa, Azië, Noord-Amerika. Foto 22-5-2022. |
Tribus Cnephasiini.
Zilvervlekbladroller (Pseudargyrotoza
conwagana). Tribus Cnephasiini. Onderfamilie Tortricinae. Familie bladrollers
(Tortricidae).
Een wat afgevlogen kleine bladroller, maar het is mijn enige foto. Hij heeft geelachtige oranjebruine voorvleugels met zilverachtig glinsterende plekken en met een meestal opvallende lichtgele dorsale vlek.
Waardplanten: Es en liguster.
Spanwijdte 11-15 mm. Eén generatie. Hij overwintert als pop. Mei-augustus. Europa. Foto 10-6-2014. |
Tribus Cochylini.
..
Sint-jacobsbladroller
(Cochylis atricapitana). Tribus Cochylini. Onderfamilie Tortricinae. Familie bladrollers
(Tortricidae).
Licht grijsbruin met donker bruine kop, thorax en vleugeluiteinden en een
donkerbruine dwarsband in het midden van de vleugels.
Waardplanten: Jacobskruiskruid (Jacobaea vugaris), hertshooi (Hypericum) en havikskruid (Hieracium).
Larven in juli in de bloemen en daarna in de hoofdstengel.
Spanwijdte 12-16 mm. Eén generatie. Hij overwintert in een cocon. Mei- augustus.
Twee generaties. Europa. Foto 6-8-2020. |
Tribus Tortricini.
Acleris notana / Acleris ferrugana. Tribus
Tortricini. Onderfamilie Tortricinae. Familie bladrollers (Tortricidae).
Vanaf een foto is niet te zien, welke het van de twee soorten het is. Dit zou een Acleris notana kunnen zijn, omdat de Acleris ferrugana wat lichter blijft. Verder zijn het heel variabele vlinders. Van egaal bruin tot gespikkeld. Ook de halve cirkel op de vleugel is er niet altijd. De pootjes zijn geringd.
Spanwijdte 14-18 mm.
Twee generaties. Eerste: april-juni De tweede generatie overwintert. Dit vlindertje zag ik echter in februari. Terwijl het een dag eerder nog gevroren had.
Rups van Acleris notana: berk. Rups van Acleris ferrugana: berk, beuk en eik.
Bosgebieden, zandgronden, inclusief de duinstreek. West-, Midden- en
Noord-Europa. |
..
.
Esdoornboogbladroller (Acleris sparsana) Tribus
Tortricini. Onderfamilie Tortricinae. Familie bladrollers (Tortricidae).
Een variabele grijze mot. Soms met een driehoekige markering van de bovenste vleugels.
Spanwijdte 18-22 mm. Juni- april. De mot overwintert.
Rups: Verschillende loofbomen o.a. esdoorn, beuk, eik, berk. Foto's 31-10-2012. |
...
.
Zonnesproetbladroller (Aleimma loeflingiana). Tribus
Tortricini. Onderfamilie Tortricinae. Familie bladrollers (Tortricidae).
De vleugels zijn bruinwit met donkerbruine vlekken, maar er bestaat ook een veel lichtere vorm zoals de zonnesproetbladroller op de kleine foto's. Spanwijdte 14 - 19 mm.
Juni- augustus. De eitjes overwinteren.
Host: eik, haagbeuk, esdoorn. Europa, Nabije Oosten. Foto's 15-7-2013. |
Geisha (Olethreutes arcuella). Tribus
Tortricini. Onderfamilie Tortricinae. Familie bladrollers (Tortricidae). In de duinen ongeveer 4 km van ons huis.
Een opvallende oranje mot met metallic blauwgrijze strepen en witgele vlekken.
Spanwijdte 14-18 mm. Mei - augustus. Dagactief en vaak zonnend op bladeren.
De rups leeft op gevallen bladeren en laagzittende bladeren en overwintert. In het voorjaar verpopt
hij. Bosgebieden. Palearctisch. |
Groene eikenbladroller (Tortrix viridana). Tribus
Tortricini. Onderfamilie Tortricinae. Familie bladrollers (Tortricidae).
De voorvleugels zijn lichtgroen tot grasgroen. Spanwijdte 16 - 24 mm.
Juni- augustus. De eitjes overwinteren. Host: Vooral eik. Palearctisch. Foto 6-7-2015.
|
Op waarneming: Alle
bladrollers van Nederland.
Bij waarneming.nl.
kun je, als je lid bent, aan elkaar informatie over dieren
vragen en
waarnemingen doorgeven.
Ik wil iedereen bedanken, die me bij waarneming.nl heeft geholpen met het
determineren. Met name Tymo Muus, John van Roosmalen en Luc knijnsberg.
Engels
/ English
Subpagina Frankrijk:
Insecten Frankrijk
Subpagina vlinders:
Dagvlinders
Uilen,
Noctuidae Spanners,
Geometridae Pyralidae,
Crambidae Sikkelmotten,
Oecophoridae
|